Inspectie vóór het opstarten
Voer aan het begin van elke werkperiode of na elke vier bedrijfsuren (als de werkperiode langer duurt) de volgende inspectie uit.
Zie de paragraaf Onderhoud voor meer informatie. Werk bij constatering van een storing niet met de machine totdat de storing is
verholpen.
1. Controleer de trilplaat zorgvuldig op tekenen van schade. Controleer of alle onderdelen goed zijn aangebracht. Let in het
bijzonder op de beschermkap van de riemaandrijving tussen de motor en het trilelement.
2. Controleer het motoroliepeil en vul zo nodig olie bij.
3. Controleer het motorbrandstofniveau en vul zo nodig brandstof bij.
4. Controleer op brandstof- en olielekken.
Bewerkte grond, nieuw opvulsel, een nieuwe funderingslaag en nieuw asfalt vertonen kleine holten of luchtzakjes die, indien ze niet
worden verdicht, tot problemen leiden.
1. Het verkeer dat over het oppervlak van een niet verdicht gebied rijdt, zorgt ervoor dat het materiaal wordt samengedrukt.
Hierdoor worden de holten opgevuld en zakt de bovenlaag weg.
2. Een soortgelijke situatie doet zich voor bij statische belasting van niet verdichte grond; de belasting (bv. een gebouw) zal inzakken.
3. Materiaal dat holten vertoont, is meer onderhevig aan insijpelend water, met erosie als gevolg. Indringend water kan er
bovendien toe leiden dat de grond bij vorst uitzet en tijdens droge perioden samentrekt. Uitzetting en samentrekking zijn een
belangrijke oorzaak van schade aan de fundering van gebouwen. Het gevolg is doorgaans dat de fundamenten van
dergelijke gebouwen moeten worden verstevigd.
Door verdichting krijgt het materiaal een hogere dichtheid, waardoor de draagcapaciteit wordt vergroot.
Het materiaal vertoont minder luchtholten, waardoor het risico van inzakking, uitzetting en samentrekking als gevolg van indringend
water afneemt.
De toepassingen/materialen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:
1. Samenhangende materialen (minder dan 20% korrelig) zoals klei, slib en zware grondsoorten.
2. Korrelige materialen (meer dan 20% korrelig) zoals puin, zand en lichte grondsoorten.
3. Bitumineuze materialen zoals asfalt (steenslag) en koud asfalt (bitumenemulsies).
Onderstaande tabel toont de HAUC-specifi caties voor 'Dual Force'-platen met betrekking tot de laagdikte en het aantal keer dat de
grond moet worden verdicht.Bij gebruik van standaardmachines kan een optimale verdichting niet worden gegarandeerd, al zijn er
betere resultaten mogelijk als de laagdikte wordt gereduceerd en het aantal verdichtingsgangen vergroot.
Het vochtgehalte van samenhangende en korrelige materialen is cruciaal voor een doeltreffende verdichting.
Korrelig materiaal dat te droog is, vloeit rond de plaat en kan dus niet worden verdicht.
Bij een te hoog vochtgehalte kan het materiaal na verdichting uitdrogen, waardoor het zal krimpen
1400 -1800 kg/m2
Samenhangende**
Materialen
Korrelige Materialen
Bitumineus
*
Gewoonlijk bij minimumlaag van 100 mm, dus niet gespecifi ceerd door HAUC.
**
De aard van samenhangende materialen bemoeilijkt verdichting met platen. Een optimale verdichting kan niet worden
gegarandeerd en wordt door HAUC niet anbevolen.
Veiligheidscontroles vóór het opstarten
Waarom verdichten
Toepassingen
VEREIST AANTAL VERDICHTINGSGANGEN PER VERDICHTE LAAGDIKTE TOT
40MM
2**
2*
6
60MM
80MM
100MM
4**
5**
3*
4*
10
12
66
.
150MM
6**
Reduceer Laagdikte
5
9
Reduceer Laagdikte