Logica
Definitie
Configuratie van
AUX 1
de uitgang AUX 1.
22-23
Configuratie van
AUX 2
de uitgang AUX 2.
24-25
Configuratie van
AUX 3
de uitgang AUX 3.
26-27
Type slot.
LOCK
28-29
FIXED CODE
Vaste Code
Programmering
RADIO PROG
afstandsbedieningen
Seriële modus
(Om te identificeren
hoe de kaart
SERIAL MODE
moet worden
geconfigureerd
in een BFT-
netwerkaansluiting.)
ADDRESS
Adres
Configuratie
van de ingang
EXPI1 in de
EXPI1
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
1-2
INSTALLATIEHANDLEIDING
Uitgevoerde
Default
instelling
aanvinken
0
Uitgang geconfigureerd als 2e Radiokanaal.
3
1
Uitgang geconfigureerd als SCA, Verklikkerlichtsignaal Hek Open.
2
Uitgang geconfigureerd als commando Hulplicht.
3
Uitgang geconfigureerd als commando Plaatselijke Verlichting.
1
4
Uitgang geconfigureerd als Traplicht
5
Uitgang geconfigureerd als Alarm
6
Uitgang geconfigureerd als Knipperlicht
0
7
Uitgang geconfigureerd als Klikslot
8
Uitgang geconfigureerd als Magneetslot
0
Uitgang geconfigureerd voor elektrisch veerslot 12V.
0
1
Uitgang geconfigureerd voor elektrisch magneetslot 12V.
De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met rolling-code.
0
De Klonen met Vaste Code worden niet geaccepteerd.
0
De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met vaste code.
1
De Klonen met Vaste Code worden geaccepteerd.
Hiermee wordt de opslag van de afstandsbedieningen via radio gedeactiveerd.
De afstandsbedieningen worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio.
0
BELANGRIJK: Voor de deactivering van de automatische invoer van nieuwe afstandsbedieningen,
klonen en replay.
Hiermee wordt de opslag van de afstandsbedieningen via radio geactiveerd:
1- Na elkaar drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen
afstandsbediening in standaardmodus via het menu radio.
1
2- Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een
afstandsbediening die moet worden opgeslagen.
1
De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10 sec., binnen deze tijd is het mogelijk nieuwe
afstandsbedieningen in te voeren.
Voor deze modus is de toegang tot het bedieningspaneel niet vereist.
BELANGRIJK: Voor de activering van de automatische invoer van nieuwe afstandsbedieningen,
klonen en replay.
0
SLAVE standard: de kaart ontvangt commando's/diagnose/etc. en geeft deze door
0
MASTER standard: de kaart verstuurt activeringscommando's (START, OPEN, CLOSE, PED, STOP) naar andere
1
kaarten.
Om het adres van 0 tot 127 van de kaart in een lokale BFT-netwerkaansluiting te identificeren.
[ ___ ]
0
(zie paragraaf OPTIONELE MODULES U-LINK)
0
Ingang geconfigureerd als commando Start E.
1
Ingang geconfigureerd als commando Start I.
2
Ingang geconfigureerd als commando Open.
3
Ingang geconfigureerd als commando Close.
4
Ingang geconfigureerd als commando Ped.
5
Ingang geconfigureerd als commando Timer.
6
Ingang geconfigureerd als commando VoetgangersTimer
7
Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot, fotocel.
8
Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief.
1
9
Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief.
10
Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand.
Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot test, fotocel als "trusted device".
11
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op test, fotocel als "trusted device" alleen bij opening actief.
12
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
Ingang geconfigureerd als Phot cl test, fotocel als "trusted device" alleen bij sluiting actief.
13
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand als "trusted device".
14
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
Opties
77
THALIA P