5.5
Drukverlies
De grafiek geeft de drukverliezen p van de gasstraat aan
(Fig. 6) de schalen van het volumedebiet
lucht,
a
aardgas (G20),
n
propaan (G30),
p
stadsgas (G140), enkel voor toepassingen die niet onderhe-
c
vig zijn aan Richtlijn Gastoestellen (2009/142/EG).
De waarden die worden aangeduid op het diagram kunnen licht-
jes variëren in functie van de regeling van de drukstabilisator.
De minimale druk die noodzakelijk is in het gasnet wordt verkre-
gen door de uit het diagram afgeleide druk op te tellen bij de druk-
verliezen van de brander (zie handleiding van de brander) en de
D4368
20049136
Inbedrijfstelling, ijking en werking
tegendruk van de verbrandingskamer (zie handleiding van de ke-
V °
gelden voor:
tel).
10
NL
Gasstraat
3970539
3970084 - 3970540
3970537 - 3970538 - 3970541
3970542 - 3970556
3970534 - 3970557
3970543
3970582
A B
C
D E F
G
A
B
C
D
E
F
G
Tab. F
Fig. 6