10.3 AANSLUITINGEN VAN DE AANSLUITKLEMPLAAT
10.3.1 Transmissiebedrading voor binnen en buiten
•
De transmissie is aangesloten op klemmen 1-2.
•
De afschermingslaag moet geaard zijn.
•
Gebruik een gedraaid kabelpaar (0,75 mm²) voor de transmissiekabel tussen de buiten- en de binnenunit. Gebruik kabels met
2 kernen (gebruik geen kabel met meer dan 3 kernen).
•
Gebruik afgeschermde kabels voor de transmissiebedrading om de units tegen ruis te beschermen met een kabeldikte van
minder dan 300 m conform de plaatselijke voorschriften.
•
Als u geen kabelkanaal gebruikt, bevestig dan rubberbussen op het paneel met behulp van plakband.
!
L E T O P
Controleer of de transmissiekabels niet verkeerd zijn aangesloten op delen die onder spanning staan, dit kan de PCB beschadigen.
10.3.2 Printplaat 1 (hoofdvoeding)
De hoofdvoeding is als volgt aangesloten op de aansluitklemplaat (TB1):
Aansluitklemplaat
Lucht circuitonderbreker
Aardlekschakelaar
Transmissiekabels
Afgeschermd gedraaid
kabelpaar 0,75 mm
x 2
2
TB4 op PCB4
Bevestigings-
klemmen
Afgeschermde kabel
Voedingsspanning kabels
Transmissiekabels
Niet meegeleverd, de binnenunit bevat het niet.
Warmtepomp van
de buitenunit
Aardleider
Bevestigings-
klemmen
ELEKTRISCHE- EN BEDIENINGSINSTELLINGEN
Binnenunit
Buitenunit
Warmtepomp
van de
binnenunit
!
L E T O P
•
Sluit de stroomleiding en aardedraden aan op de kabelboom.
•
Controleer en zorg ervoor dat de stroomvoerende en de
nulleider van de aansluitklemplaten in de netvoeding correct
zijn aangesloten. Als deze niet goed zijn aangesloten dan
kunnen bepaalde onderdelen beschadigd raken.
27
Aardleider
TB4 op PCB4
Hoofdbediening