19
Puntlassen
Voor de activering van het proces "puntlassen" en om
de lastijd te bepalen.
Maakt de tijdinstelling mogelijk van het lasproces.
Parameter instelling: seconden (s).
Minimaal uit, maximaal 99.9 s, fabrieksinstelling uit
40
Maten
Voor de keuze van de maten die op de display 4 wor-
den weergegeven.
0 Werkelijke stroom
1 Werkelijk voltage
2 Geen maat.
Fabrieksinstelling 0
41
Ventilator van de machine begin temperatuur
Minimaal 0°C, maximaal 39°C, fabrieksinstelling 25°C
99
Reset
Maakt het mogelijk dat u de parameters opnieuw instelt
op de fabrieksinstellingen zodat u het hele systeem
terug brengt op de fabrieksinstelling.
Alarm codes
01, 02, 03
Temperatuur alarm
20
Geheugen storing alarm
3.3 Achter paneel
1
Elektriciteitskabel
Verbindt de machine met het stroomnet.
2
Gas aansluiting
3
An/uit schakelaar
Knop om de netspanning in te schakelen.
De schakelaar heeft 2 standen: "O" uit, "I" aan.
108
3.4 Paneel met contactpunten
1
Negatief contactpunt
Voor de aansluiting van de aarde kabel bij het elektrode
lassen of van de toorts bij TIG lassen.
2
Negatief contactpunt (HF)
Voor de aansluiting van de toorts bij TIG lassen.
3
Positief contactpunt
Voor de aansluiting van de elektrode toorts bij MMA
lassen of van de aarde kabel bij het TIG lassen.
4
Toortsknop aansluiting
5
Gas aansluiting
4 ONDERHOUD
De normale onderhoud werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd volgens de richtlijnen die de
fabrikant heeft verstrekt.
Iedere onderhoud beurt dient te worden gedaan door gekwa-
lificeerd personeel.
Als de machine is ingeschakeld moeten alle ingangspunten en
panelen zijn gesloten.
Niet goedgekeurde veranderingen aan de machine zijn ten
strengste verboden.
Voorkom ophoping van metaalstof bij of op het koelrooster.
Schakel de stroomtoevoer altijd uit voor u onder-
houd pleegt.
Controleer de generator regelmatig als volgt:
- reinig de machine aan de binnenkant door hem
uit te blazen en af te borstelen met een zachte
borstel.
- controleer de elektrische aansluitingen en de
kabels.
Voor het onderhoud of de vervanging van de toorts, elektro-
detang en of aardkabels:
Controleer de temperatuur van het onderdelen en
overtuig u ervan dat ze niet te heet zijn.
Draag altijd handschoenen die aan de veiligheids
voorschriften voldoen.