VOORZORGSMAATREGELEN ( vervolg)
gebruiksaanwijzing en neem tevens
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
aangepast aan de aard van de
vloeistof die u wilt doseren en aan
de temperatuur van het water die
de DOSATRON aandrijft. Wees
uiterst voorzichtig in aanwezigheid
van gevaarlijke stoffen (corrosieve,
giftige, oplossende, zure,
brandende, ontvlambare, enz...)
- Raadpleeg voor het aanzuigen
van agressieve chemicaliën uw
leverancier, om vast te stellen of de
doseerpomp hiertegen bestand is
.
- Voor de installatie van de
DOSATRON op een netwerk
van warm water (60°C/140°F
Max) is een model met de optie
"T" verplicht. Deze hogere
temperatuur verhoogt het risico
en de gevaarlijkheid van de
hierboven vermelde substanties.
Het is sterk aanbevolen
om het doseertoestel, net
zoals het geheel van uw
warmwaterinstallatie, met een
markering die dat risico vermeldt
te voorzien, en om de van kracht
zijnde wetgeving na te leven.
- De eigenaar of gebruiker van de
pomp draagt de verantwoording
om te controleren of de
doorstroming en druk van de
installatie aan de specificaties
van de DOSATRON voldoen.
- De eigenaar of gebruiker van de
pomp draagt de verantwoording
om vast te stellen of de juiste
hoeveelheid injectievloeistof wordt
©
DOSATRON INTERNATIONAL / 142
opgezogen om het gewenste
resultaat te bereiken.
- Het instellen van de dosering mag
nooit onder druk plaatsvinden. Draai
de watertoevoer uit en laat de druk
naar nul zakken.
- Lucht, een verontreiniging of
chemische aantasting van een
afdichtring/pakking kan het doseren
beïnvloeden. Het is aanbevolen
om regelmatig te controleren of er
injectievloeistof wordt aangezogen.
- Vervang de aanzuigslang zodra
deze aangetast lijkt door de
injectievloeistof.
- laat de DOSATRON na gebruik
niet onder druk staan.
- spoelen van de DOSATRON is
gewenst:
. bij het vervangen van de
injectievloeistof
. vóór onderhoud aan de
DOSATRON,
teneinde contact met de
injectievloeistof te vermijden.
- Het in en uit elkaar nemen van de
pomp mag niet met gereedschap
gebeuren, gebruik alleen
handkracht.
2 - VERONTREINIGD WATER
- Installeer een filter met een
maaswijdte van 60 micron -
300 mesh (afhankelijk van de
waterkwaliteit) vóór de DOSATRON
(zie accessoires). Wanneer geen
filter wordt geïnstalleerd kunnen
verontreinigingen er de oorzaak van
zijn dat de DOSATRON voortijdig
slijt.
3 - WATERSLAG/
BUITENSPORIGE
DOORSTROMING
- Installaties welke onderhevig zijn
aan waterslag dienen voorzien
te worden van een beveiliging,
zoals een terugslagklep en/of
waterslagdemper.
- Bij geautomatiseerde installaties
worden langzaam openende
en sluitende magneetventielen
aanbevolen.
- In geautomatiseerde installaties
waarin de DOSATRON diverse
sectoren bedient, dienen de
magneetventielen gelijktijdig in en
uit geschakeld te worden.
4 - PLAATSING EN
INSTALLATIE
- De plaatsing van de DOSATRON
en de container met injectievloeistof
moet vrij toegankelijk zijn, maar
zodanig dat vluchtige chemicaliën
de injectievloeistof niet kunnen
bederven en geen risico tot
vervuiling meebrengen.
- Het wordt aanbevolen om alle
leidingen te voorzien van de
waarschuwing:
"niet voor menselijke
consumptie".
5 - ONDERHOUD
- Spoel de DOSATRON na gebruik
door. Hang de aanzuigslang in een
emmer met schoon lauw water
en zuig ongeveer een 1/4 liter op
[0.264 US Gallons]).
- Regelmatig onderhoud, minimaal
©
©
DOSATRON INTERNATIONAL / 143
DOSATRON INTERNATIONAL / 143
eens per jaar, zal de levensduur van
uw DOSATRON verlengen. Vervang
de doseerpakkingen/afdichtringen
en de aanzuigslang minimaal
eens per jaar om u van een juiste
dosering te verzekeren.
6 - SERVICE
- Elke DOSATRON wordt voor het
inpakken in de fabriek getest.
- Complete onderhoud- en
pakkingsets zijn verkrijgbaar.
- Bel uw leverancier of Dosatron
voor service of onderdelen.