7- Ingebruikname en temperatuurregeling
1. Aansluiting en inwerkingstelling
Na een wachttijd van 48 uur kunt u uw wijnkast aansluiten.
Houd de knop
5 seconden ingedrukt om de wijnkast in te schakelen.
Laat uw stopcontact controleren (aanwezigheid zekeringen,
stroomsterkte en aardlekschakelaar 30 mA). Sluit niet meer
dan één wijnkast op een verdeelstopcontact aan.
Controleer uw type wijnkast
Druk gelijktijdig op de toetsen
1I-a. Schematische weergave (model 1 temperatuur)
A
B
C
D
L
K
A
Verlichtingsmodus
B
Temperatuurzone
C
Storingsalarm sonde
D
Temperatuuralarm
E
Toegangstoets instellingen en bevestiging
F
Keuze- en regeltoetsen
III-a. Temperatuurregeling
Druk 5 sec. op de toets
om op te starten.
1
Druk ongeveer 5 sec. op de knop
Het scherm begint te knipperen.
2
Druk op de toetsen
of
adviestemperatuur in te stellen.
en
.
betekent 1 temperatuur
E
J
I
H
.
5 sec.
5 sec.
om de gewenste
betekent multitemperatuur
F
G
De aanraaktoetsen zijn erg gevoelig. Het
is niet nodig de toetsen diep in te
drukken. Een kleine aanraking is
voldoende
registreren. Vergeet niet uw vinger van
het regelpaneel te halen na elke
aanraking.
F
G
Toegangs- en bevestigingstoets verlichtingsmodus
H
Standby-toets
I
Alarmgrens luchtvochtigheid
J
Controlelampje warmtecircuit
K
Controlelampje koelcircuit
L
Temperatuurweergave
3
Druk op de toets
om te bevestigen.
De waarde die door het scherm wordt weergegeven, is
de werkelijk temperatuur van de wijnkast. U moet dus
even geduld hebben voordat de nieuw ingestelde
temperatuur in werking treedt.
• De
standaard
ingestelde
bewaartemperatuur). Deze temperatuur kan echter worden
ingesteld tussen 9 en 15°C.
LET OP: Voor een correcte werking dient uw wijnkast in een ruimte
te worden geplaatst met een temperatuur tussen 0 en 30°C.
om
de
opdracht
te
temperatuur
is
12°C
(ideale
NL
12