Benning IT 100 Instrucciones De Servicio página 63

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 30
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de negatieve contactbus (-) 
van de BENNING IT 100
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de positieve contactbus (+) 
van de BENNING IT 100
-
Om de weerstand van de meetsnoeren te compenseren (nulstelling)
worden de punten van de meetpennen tegen elkaar gehouden en wordt
de
-toets zolang ingedrukt totdat een akoestisch signaal klinkt. De
nulstelling is voltooid als in het display de waarde „000" alsook het „
"-teken verschijnt.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit.
-
Staat er een vreemde spanning op de uiteinden van de meetpennen,
wordt de hoogte van deze spanning in het display  weergegeven. Bij
een spanning vanaf 30 V AC/ DC gaat bovendien in het display een
waarschuwingssignaal ( ) knipperen en klinkt er een akoestisch signaal om
op de afwijkende spanning te wijzen. Voordat u dan met de volgende stap
verder gaat, moet eerst het schakelcircuit spanningsvrij worden gemaakt.
-
Om de meting van laagohmige weerstand te starten houdt u de
-toets ingedrukt.
-
De
-toets kan worden losgelaten zodra een akoestisch signaal
aangeeft dat de meetwaarde gestabiliseerd is. In het hoofddisplay  wordt
de weerstand van de laagohmige meting weergegeven. Is de gemeten
waarde groter dan 20 Ω dan verschijnt in het display het symbool „>
20 Ω".
-
Na de meting wordt de polariteit van de teststroom omgezet, door het rode
en het zwarte veiligheidsmeetsnoer aan de meetpunten te wisselen.
-
Voer dan opnieuw een meting uit. Het resultaat moet gelijk zijn aan de
eerste meting.
-
Het wisselen van polariteit is bedoeld voor het opsporen van bijv.
gecorrodeerde contacten, die een verschillend meetresultaat kunnen
veroorzaken.
Zie fig. 4:
LET OP: Het meetresultaat kan worden vervalst door parallel
geschakelde impedantie van aanvullende bedrijfsstroomcircuits
en/ of door compensatiestromen.
8.4 Weerstandsmeting en doorgangstest
-
Maak het te meten schakelcircuit c.q. het object, spanningsvrij.
-
Kies met de draaischakelaar  de gewenste functie „Ω ".
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de negatieve contactbus (-) 
van de BENNING IT 100.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de positieve contactbus (+) 
van de BENNING IT 100.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display .
-
Staat er een vreemde spanning op de uiteinden van de meetpennen,
dan wordt de hoogte van deze spanning in het display  weergeven.
Bij een spanning vanaf 30 V AC/ DC gaat bovendien in het display een
waarschuwingssignaal „ " knipperen en klinkt er een akoestisch signaal
om op de afwijkende spanning te wijzen. Maak dan het schakelcircuit
spanningsvrij en voer de meting op nieuw uit.
-
De gemeten weerstandswaarde wordt het display  weergegeven.
-
Blijft de weerstandswaarde onder 30 Ω klinkt een signaal van de in de
BENNING IT 100 ingebouwde zoemer. Deze zoemer kan door de
in- en uitgeschakeld worden.
-
Weerstanden boven 2000 Ω worden in het display  met „> 2000 Ω"
aangegeven.
Zie fig. 5:
LET OP: Het meetresultaat kan worden vervalst door parallel
geschakelde impedantie van aanvullende bedrijfsstroomcircuits
en/ of door compensatiestromen.
8.5 Spanningsmeting
-
Kies met de draaischakelaar  de gewenste functie „V
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de negatieve contactbus (-) 
van de BENNING IT 100.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de positieve contactbus (+) 
van de BENNING IT 100.
11/ 2004
meten van laagohmige weerstand
meten van weerstand en doorgangstest
BENNING IT 100
-toets
"
61

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido