-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display . Spanningen
boven 1000 V worden in het display met „> 1000 V" aangegeven. Bij
spanningen vanaf 30 V AC/ DC verschijnt een knipperend waarschuwings-
signaal „ " in het display.
De BENNING IT 100 geeft noch DC (gelijk-) noch AC
(wisselspanning) aan. Als de gemeten spanning zowel een
DC- als een AC-aandeel heeft, wordt altijd alleen de grootste
component aangegeven. Bij AC (wisselspanning) wordt de
gemeten waarde verkregen door middeling van de gelijkrichting
en aangegeven als effectieve waarde.
Zie fig. 6a/ 6b:
8.6 Testen van batterijcapaciteit
-
Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING IT 100.
-
Kies met de draaischakelaar de gewenste functie „
-
De test van de batterijcapaciteit volgt nu automatisch door bijschakeling van
een gesimuleerde belasting.
-
De capaciteit van de batterijen wordt in het display weergegeven in
procentuele waarde (0 - 100 %).
-
Bij een vermogen van 0 % moeten de batterijen direct worden
uitgewisseld.
Zie fig. 7:
9.
Onderhoud
De BENNING IT 100 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat wordt geopend. Gevaarlijke spanning.
Werken aan een onder spanning staande BENNING IT 100 mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige
voorzorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING IT 100 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING IT 100.
-
Zet de draaischakelaar in de positie „0"
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING IT 100 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
-
zichtbare schade aan de behuizing.
-
meetfouten.
-
waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde
omstandigheden.
-
transportschade.
In dergelijke gevallen dient de BENNING IT 100 direct te worden uitge-
schakeld en niet opnieuw elders te worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmiddelen
om de BENNING IT 100 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het
batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de
batterijen en/ of in het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone
doek.
9.3 Het wisselen van de batterijen
Voor het openen van de BENNING IT 100 moet het apparaat
spanningsvrij zijn. Gevaarlijke spanning!
De BENNING IT 100 wordt gevoed door 6 batterijen 1,5 V (Mignon IEC/
DIN R6/ LR6) wisselen van batterijen is nodig als in het display continu het
batterijsymbool verschijnt, waarin alle segmenten verdwenen zijn (zie ook pnt.
5.1.15 en 8.6). De batterijen worden als volgt gewisseld.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
11/ 2004
meten van de gelijk- en wisselspanning
meten van batterijcapaciteit
BENNING IT 100
".
62