DAB KC 100 Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento página 31

1. Algemene informatie
1.1 Veiligheid
1.2 Verantwoordelijkheid
2. Gepompte vloeistoffen
3. Technische gegevens
3.1 Elektrische gegevens
3.2 Bedrijfsomstandigheden
3.3 Temperatuur
4. Beheer
4.1 Opslag
4.2 Transport
4.3 Gewicht
5. Installatie
5.1 Installatie van de pomp
5.2 Leidingen
5.3 Aansluiting van de leidingen
5.3.1 Aanzuigleiding
5.3.2 Toevoerleiding
5.3.3 Aansluiting van de bypass
5.4 Minimum aanzuigdruk
5.5 Maximum aanzuigdruk
6. Elektrische installatie
6.1 Beveiliging van de motor
6.2 Elektrische aansluiting
6.3 Werking van de frequentie-
omvormer
7. Starten
7.1 Vullen met vloeistof
7.2 Controle van de draairichting
8. Onderhoud
8.1 Vorstbescherming
8.2 Reiniging
9. Opsporen en oplossen van storingen
NPSH-curve
Dampdruk
1. ALGEMENE INFORMATIE
Alvorens met de installatie
te beginnen
moet deze documentatie
aandachtig worden
gelezen.
De installatie, de elektrische aansluiting en de
inbedrijfstelling moeten worden uitgevoerd door
gespecialiseerd personeel, in overeenstemming
met de algemene
veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in het
land waar het product wordt geïnstalleerd.
Veronachtzaming van deze instructies leidt tot
verval van elk recht op garantie, nog afgezien
van het feit dat het gevaar oplevert voor de
gezondheid van personen en beschadiging van
de apparatuur.
Bladz
en plaatselijke
NEDERLANDS
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
29
(waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, sensoriële
29
en mentale vermogens of die onvoldoende ervaring of
29
kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het
29
apparaat onder toezicht staan van, of geïnstrueerd worden
30
door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Op
30
kinderen moet toezicht gehouden worden om er zeker van
30
te zijn dat zij niet met het apparaat spelen. (EN 60335-1:
30
02).
30
30
30
30
30
30
30
30
1.1 Veiligheid
30
Het gebruik
31
veiligheidsmaatregelen zijn getroffen in de elektrische
31
installatie, conform de normen die van kracht zijn in het land
31
waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië CEI 64/2).
31
32
1.2 Verantwoordelijkheid
32
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede
32
werking van de machine of eventuele schade die
32
hierdoor wordt veroorzaakt, indien zij onklaar
gemaakt of gewijzigd wordt en/of als zij gebruikt
32
wordt buiten het aanbevolen werkveld of in strijd
32
met andere voorschriften die in deze handleiding
33
worden gegeven.
33
33
2. GEPOMPTE VLOEISTOFFEN
33
De pompen KC – KCV zijn horizontale eentraps-
34
centrifugaalpompen
vloeibare, niet-explosieve vloeistoffen zonder vaste deeltjes
50
of vezels die zich mechanisch of chemisch kunnen afzetten
52
op de pomp.
29
Controleer of het product geen
schade heeft opgelopen bij het
transport of de opslag.
Controleer of het externe omhulsel
onbeschadigd en in optimale
conditie is.
is alleen toegestaan
voor het pompen
De pompen mogen niet worden
gebruikt voor het overbrengen van
ontvlambare of giftige vloeistoffen.
Als er aan de gepompte vloeistof
ethyleen- of propyleenglycol wordt
toegevoegd, mag de concentratie
hiervan niet hoger zijn dan 45%.
als de nodige
van schone,