Installatie
Algemene richtlijnen
Zie Afbeelding 2 hieronder.
Bepaalde regels moeten worden nageleefd om de detectoren juist te installeren.
•
Plaats de detector niet op een onstabiele ondergrond (zoals een rooster of
een slecht bevestigde paal). Zie item 1.
•
Plaats de module niet in direct zonlicht (item 2).
•
Zorg ervoor dat begroeiing de cellen niet hindert (item 3).
Afbeelding 2: Mogelijk oorzaken van instabiliteit
Detector monteren
Voor bevestiging van de detectoren aan een metalen steun, boort u vier gaten
van 3 mm en gebruikt u de bijgeleverde schroeven.
Voor bevestiging van de detectoren op een wand, gebruikt u de schroeven en
pluggen die voor het betreffende type muur het best geschikt zijn (we raden
schroeven van ten minste Ø5 x 30 aan).
•
Boor vier gaten en plaats de pluggen erin.
•
Plaats de gaten in de instelbare steun over de pluggen.
Opmerking:
Draai de module zodat u bij de schroefgaten in de verstelbare steun
kunt (zie Afbeelding 3 op pagina 174).
SB-serie AIR-beamdetectoren Installatiehandleiding
173