Dräger X-zone 5000 Instrucciones De Uso página 167

5. De X-am 5000/5600 in de
instrumenthouder
plaatsen.
AANWIJZING
i i
De clip op de X-am 5000/5600 moet gesloten zijn.
6. Houder op de behuizing plaatsen.
AANWIJZING
i
i
De afdichtvlakken van de houder moeten schoon en
droog zijn. Indien nodig afdichtingen reinigen en
drogen.
7. Sluitbeugel op de houder vasttrekken.
8. -toets op de X-zone 5000 gedurende ca. 3 seconden
ingedrukt houden.
De accu-LED licht op, afhankelijk van de laadtoestand
groen, rood / groen of rood (zie hoofdstuk 19 op
pagina 191).
X-zone 5000 staat in de STANDBY-modus.
VOORZICHTIG
!
Alle drie sluitbeugels moeten zijn vastgetrokken om te
garanderen dat de X-am 5000/5600 zich in de juiste
positie bevindt en de laadaansluiting is gegarandeerd.
AANWIJZING
i i
De X-zone 5000 wisselt automatisch van de
STANDBY-modus naar de OFF-modus, als het
apparaat niet binnen 72 uur in de ON-modus werd
geschakeld.
3.1.2 ON-modus
VOORZICHTIG
!
Dräger adviseert om bij het inschakelen van de
X-zone 5000 gehoorbescherming te dragen of de
alarmdiepingsring (bestelnr. 83 20 110) te gebruiken,
omdat het akoestische alarm kortdurend wordt
geactiveerd.
De X-am 5000/5600

gebruiksaanwijzing inschakelen.
Gedurende korte tijd wordt een optisch en akoestisch

alarm geactiveerd.
De X-am 5000/5600 wordt in de X-zone-modus gezet (zie

hoofdstuk 3.1.3 op pagina 167).
Dräger X-zone 5000
00533112.eps
aan de hand van
Het optische en akoestische lifesignal (groene LED-ring en

enkele toon) wordt afhankelijk van de configuratie (1 –
60 seconden; standaardinstelling: 2 seconden) gegeven.
De X-zone 5000 is in de ON-modus en bedrijfsklaar.

Tijdens de ON-modus worden de alarmsignalen van de

X-am 5000/5600 geëvalueerd, verwerkt en evt. aan andere
X-zone 5000 doorgegeven.
3.1.3 X-zone modus:
Het batterijsymbool

vervangen door het symbool van de X-zone-modus
de X-zone 5000.
De X-am 5000/5600 wordt gevoed door de X-zone 5000

accu.
Wordt de ingeschakelde X-am 5000/5600 uit de Dräger

X-zone 5000 verwijderd, dan wordt de X-zone modus na
max. 10 seconden weer verlaten.
3.1.4 X-am 5000/5600 Info-modus
In de meetmodus de

3 seconden indrukken.
Achtereenvolgens

weergave. De piekwaarden en de blootstellingswaarden
TWA en STEL verschijnen en tevens aanvullende
informatie over de X-zone.
In geval van waarschuwingen of storingen worden de
betreffende informatie-
weergegeven (zie hoofdstuk 11.1 op pagina 187).
Infovenster X-am 5000/5600:
1
2
3
4
1 Stationsnummer bij groeperingsmodus:
Het stationsnummer zorgt voor een eenduidige identificatie
van een groepsapparaat binnen een groep.
2 Status draadloze verbinding: ON/OFF:
Geeft aan of de draadloze functie van de X-zone 5000 in-
of uitgeschakeld is.
De draadloze verbinding kan met behulp van de PC
software Dräger CC-Vision in- en uitgeschakeld worden
(zie hoofdstuk 10 op pagina 184).
3 Netnummer:
Als onafhankelijke draadloze netwerken zijn gewenst,
moeten verschillende netnummers worden toegewezen
de
(zie hoofdstuk 4 op pagina 170).
Het netnummer kan met behulp van de PC software Dräger
CC-Vision worden ingesteld (zie hoofdstuk 10 op
pagina 184).
van de X-am 5000/5600 wordt
-toets van de X-am 5000/5600 ca.
OK
-toets indrukken voor de volgende
OK
resp. foutcodes
--
RF: ON
NET: 005
P\N: FFFF
5
Werking
van
(bijv. 01)
02533112.eps
167