Gebruik het testapparaat UITSLUITEND met de
meegeleverde stroomadapter.
Sluit UITSLUITEND onbeschadigde stroomadapters en
stroomkabels aan op het testapparaat.
Bedek NOOIT aangesloten stroomadapters.
3.3.1 Inschakelen
Sluit de aansluitkabel van de
stroomadapter aan op het testapparaat.
Steek nu de stekker van de
stroomadapter in het stopcontact.
Het testapparaat wordt
automatisch ingeschakeld.
De functie tarreren wordt
automatisch uitgevoerd.
Het apparaat is bedrijfsklaar wanneer
de waarde " 0 0 0 0 " (afhankelijk van het
model met decimale punt)
wordt weergegeven.
3.3.2 Uitschakelen
Om het testapparaat uit te
schakelen, trekt u eerst de
kabelstekker uit het
stopcontact. Vervolgens kunt
u de verbinding van de
aansluitkabel met het
testapparaat ontkoppelen.
3.4
Het testapparaat tarreren
Na het inschakelen van het testapparaat wordt " 0 0 0 0 " op
het display weergegeven. Toont het testapparaat in onbelaste
toestand een andere waarde dan moet het tarreren opnieuw
worden uitgevoerd. Trek hiervoor de stekker uit het
stopcontact en steek deze pas na 5 seconden opnieuw in het
stopcontact. Het automatisch tarreren wordt opnieuw gestart.
NL
93