Sanipump
Rel. inschakelduur
Minimum vloeistofniveau
Materialen
GG 20
Motorhuis
1.4021
Motoras
GG 20
Pompbehuizing
GG 20
Lagerflens
GG 20
Loopwiel
ST 37-2
Lagerhulpflens
SiC (siliciumcarbide)
Glijringdichtingen
NBR, FPM
Overige dichtingen
Technische wijzigingen
We behouden ons het recht voor technische wijzigingen aan te bren-
gen in het belang van verdere ontwikkeling.
3.3 PRESTATIECURVE
3.4 AFMETINGEN
Schachtinbouw met geleidebuis
Opstelling met vloersteunring
3.5 LEVERINGSOMVANG
Alle pompen van de Sanipump ZPG 71 serie worden geleverd met
een gratis kabeluiteinde (zonder stekker).
Optie :
- Schakelkasten voor pompen zijn verkrijgbaar in standaard of spe-
ZPG
ZPG
ZPG
ZPG
71.1 S
71.1 T
71.2 T
71.3 T
S1- continu bedrijf (volledig on-
dergedompeld),
S3 - 40 % (boven water)
onderkant motorbehuizing
ciale uitvoeringen met verschillende niveauregelingen.
- Voor het opstellen van de pomp is een koppelingsinstallatie lever-
baar.
3.6 MOTOR
De afvalwateropvoerinstallaties van de serie Sanipump ZPG 71 zijn
met een wissel- resp. draaistroom-asynchroonmotor uitgerust. In
elke van de drie motorwikkelingen is een temperatuursensor (bi-me-
taal) geïntegreerd, die als temperatuurregelaar resp. temperatuurbe-
grenzer (opener) werken. Wordt de motor om éen of andere reden te
warm, dan springt eerst de temperatuurregelaar aan en schakelt de
motor af. De motor mag dan bij afkoeling automatisch terug inscha-
kelen.
3.7 SCHAKELTOESTEL
De pompen met 400 V draaistroommotor worden zonder schakel-
toestel uitgeleverd.
De pompen met 230 V motor worden uitgeleverd met een schakel-
toestel met condensator en motor.
4. INSTALLATIE
KOPPEL DE VOEDING LOS VOOR ELKE INGREEP !
4.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING
GEVAAR
Elektrische aansluiting uitgevoerd door een
ongekwalificeerd individu.
Kans op overlijden door een elektrische schok!
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd
door een gekwalificeerde en bevoegde elektricien.
De elektrische installatie moet voldoen aan de
normen van toepassing in desbetreffende land.
GEVAAR
De elektrische aansluitingen mogen niet aan vocht
worden blootgesteld.
MELDING
Hete motoroppervlakte.
Gevaar voor letsel!
Raak nooit het oppervlak van de motorbehuizing aan
zonder beschermende uitrusting.
Het stroomcircuit van het apparaat moet worden geaard (klasse I)
en beschermd door een hoge gevoeligheid differentieelschakelaar
(30mA) voor de sturing beschikken, of om een uitval van de sturing
bij het aanspringen van de FI-veiligheidsschakelaar te voorkomen,
is per pomp een FI-veiligheidsschakelaar tussen sturing en pomp te
installeren. De koppeling moet uitsluitend worden gebruikt voor de
stroomvoorziening van Sanipump. Indien de voedingskabel bescha-
digd is, dient deze om gevaar te voorkomen, te worden vervangen
door de fabrikant, de klantenservice of mensen met soortgelijke be-
voegdheden.
• Sluit het apparaat op het spanningsnet aan volgens de geldende
normen van het land.
• Neem de voorschriften van EN 12056-4 in acht.
• Bij installatie in bad- of doucheruimten moet de norm NF C 15-100
in acht worden genomen.
• Bij een driefasige stroomaansluiting moet de externe zekering in
de regel voorzien zijn van 3-polige mechanisch vergrendelde stroo-
monderbrekers met de kenmerkende K-waarde. Dit zorgt voor een
volledige netscheiding en voorkomt een 2-fasige werking.
• Alle elektrische toestellen zoals sturing, alarmen en stopcontact
moeten in droge ruimtes over-stroomveilig geïnstalleerd worden.
De pomp in wisselstroomuitvoering moet met de meegeleverde
hulpschakeltoestel worden bediend.
GEVAAR
Het schakeltoestel moet buiten de overstro-
mingsgevaarlijke zone aangebracht worden!
De vlotter voor droogloopbescherming moet zo
aangebracht worden, zodat het waterniveau niet
onder de onderrand van het motorhuis kan dalen.
37
NL