3
Toepassingen en toebehoren
Deze versterker is speciaal ontworpen voor het
gebruik in geluidsinstallaties in 100 V-techniek .
Ze beschikken over uitgangen van 100 V voor
maximaal 5 PA-zones, waarvan u het volume in-
dividueel kunt instellen . Via drie ingangen met
verschillend instelbare prioriteit kunnen micro-
foons of apparaten met lijnuitgang worden aan-
gesloten . Twee andere lijningangen met laagste
prioriteit vervolledigen de aansluitmogelijkheden .
Toebehoren
Plug-inmodules voor de uitbreidingsopening (1)
geheugen voor digitale boodschap-
PA-1120DMT
pen met schakelklok
PA-1140RCD
radio / cd-speler
PA-1200RDSU AM / FM-radio met audio-speler
PA-tafelmicrofoons speciaal voor deze versterker
PA-4000PTT
Een tafelmicrofoon kunt u op de jack
PA-4000PTT (43) aansluiten .
(figuur 3)
U kunt een tafelmicrofoon op de
jack PA-4300PTT (44) aansluiten .
PA-4300PTT
In totaal kunnen er drie
(figuur 4)
PA-4300PTT-microfoons met de
versterker gebruikt worden .
Er kunnen drie commandomicro-
foons worden aangesloten; de micro-
PA-1120RC
foon wordt met een aansluitmodule
(figuur 3)
geleverd die in de versterker wordt
gemonteerd .
4
De versterker opstellen
De versterker is voorzien voor montage in een
19"-rack (482 mm), maar kan ook als tafelmo-
del gebruikt worden . In elk geval moet de lucht
door alle ventilatieopeningen kunnen stromen,
om voldoende ventilatie van de eindversterkers
te verzekeren .
4.1 De montage in een rack
Voor de montage in een rack hebt u 3 HE (rack-
-eenheden = 133 mm) nodig . Om te voorkomen
dat het rack topzwaar wordt, dient de versterker
in het onderste gedeelte van het rack gemon-
teerd te worden . De frontplaat alleen is niet vol-
doende voor een veilige bevestiging . Het toestel
moet links en rechts door rails of onderaan door
een bodemplaat extra ondersteund worden .
De hete lucht die uit de versterker wordt ge-
blazen, moet ongehinderd uit het rack kunnen
worden afgevoerd . Anders hoopt de warmte zich
op in het rack, waardoor niet enkel de versterker
maar ook andere toestellen beschadigd kunnen
worden . Bij een onvoldoende warmteafvoer
moet u in het rack een ventilator plaatsen boven
de versterker (bv . DPVEN-04) .
5
Gonggeluid en prioriteit van
de plug-inmodule instellen
Alvorens een module in de opening (1) te
monteren, moeten beide jumpers MS 1 (gong-
geluid) en MS 2 (moduleprioriteit) worden inge-
steld, zie overzichtstekening pagina 48 . De
toegang tot deze jumpers is afgesloten, zodra
de module is gemonteerd .
1) Koppel de versterker van het net en van de
noodvoeding .
2) Schroef de afsluitplaat (1) voor de module los .
3) Stel het gonggeluid in met de jumper MS 1:
Stand "4 Tone" = gongsignaal van vier tonen
Stand "2 Tone" = gongsignaal van twee tonen
30
4) Stel de prioriteit voor een plug-inmodule
in met de jumper MS 2:
stand "SLAVE" (standaardinstelling)
Het signaal van de module heeft de laagste
prioriteit .
Positie "PRI":
Het signaal van de module heeft tweede pri-
oriteit . Deze instelling moet bv . worden gese-
lecteerd, wanneer via de commandomicro-
foon PA-1120RC opgeslagen aankondigingen
uit het geheugen voor digitale boodschappen
PA-1120DMT moeten worden opgevraagd .
Een overzicht van alle mogelijke prioriteiten
wordt gegeven in hoofdstuk 7 "Prioriteit van
de ingangssignalen vastleggen" .
5) Als er geen module is gemonteerd, schroeft
u het plaatje (1) opnieuw vast .
6
Het apparaat aansluiten
De in- en uitgangen mogen enkel door een ge-
kwalificeerde vakman uitgevoerd worden en in
elk geval wanneer de versterker uitgeschakeld is!
6.1 Luidsprekers
Ofwel sluit u luidsprekers met 100 V-techniek
voor de vijf PA-zones aan op de schroefklemmen
SPEAKER ZONES ATT . OUTPUTS (26)
Opgelet! Elke van de vijf zone-uitgangen kan
een belastbaarheid van maximaal 100 W RMS
hebben . De belasting van alle zones samen
mag echter in geen geval volgende waarde
overschrijden:
PA-1120 120 W RMS
PA-1240 240 W RMS
of u sluit een luidsprekergroep met een totale
impedantie van ten minste 4 Ω aan op de schroef-
klemmen LOW IMP 4 Ω (28) . De zonevolume-
schakelaars (5) beïnvloeden deze uitgang niet .
Gebruik in geen geval de uitgangen van 100 V
(26) en de uitgang van 4 Ω (28) op hetzelfde
moment; zo niet wordt de versterker overbelast!
Let bij het aansluiten van de luidsprekers
steeds op de juiste polariteit, d . w . z . de positieve
pool van de luidspreker telkens met de bovenste
klem verbinden . De positieve aansluiting van de
luidspreker kabel is altijd speciaal gemarkeerd .
6.2 Microfoons
Drie microfoons met een XLR- of 6,3 mm-stekker
kunnen op de die XLR / combi-jacks (39) van de
in gangen CH 1 – 3 worden aangesloten .
1) Draai bij het aansluiten van een microfoon de
overeenkomstige regelaar GAIN (41) helemaal
naar rechts in de stand "−50" .
2) Bij het gebruik van een microfoon met fan-
toomvoeding schakelt u de voedingsspanning
van 17 V in met de overeenkomstige toets
PHANTOM POWER (40) .
Opgelet! Bedien de schakelaar alleen bij
uitgeschakelde versterker (schakelploppen) .
Bij ingedrukte toets mag op de betreffende
ingang geen microfoon met ongebalanceerde
uitgang zijn aangesloten; de microfoon kan
immers worden beschadigd .
3) Als een microfoon voorrang op een andere
microfoon moet krijgen, plaatst u de overeen-
komstige DIP-schakelaar MIC PRIORITY (45) in
de stand ON (zie ook hoofdstuk 7) .
Tips:
1 . Als de tafelmicrofoon PA-4000PTT (afb . 3) of
PA-4300PTT (afb . 4) wordt gebruikt, mag de ingang
CH 1 niet worden gebruikt, omdat deze met de
ingang (43) voor PA-4000PTT en met de ingang (44)
voor PA-4300PTT parallelgeschakeld is .
2 . Als er een commandomicrofoon PA-1120RC is aan-
gesloten, mag de ingang CH 2 niet worden gebruikt,
omdat deze parallelgeschakeld is met de ingang voor
de PA-1120RC (via de bijbehorende aansluitmodule) .
6.3 Tafelmicrofoon PA-4000PTT of
PA-4300PTT
De als afzonderlijk toebehoren leverbare tafelmi-
crofoons PA-4000PTT (figuur 3) en PA-4300PTT
(figuur 4) zijn speciaal ontworpen voor deze
versterker .
1) Verbind de microfoon PA-4000PTT via zijn
RJ-45-aansluiting PTT REMOTE (49) met de
aansluiting PA-4000PTT (43) op de verster-
ker, of de microfoon PA-4300PTT via zijn
aansluiting OUTPUT (55) met de aansluiting
PA-4300PTT (44) van de versterker .
2) Van het model PA-4300PTT kunnen er nog
twee andere microfoons aangesloten worden:
Verbind de aansluiting LINK (56) van de eerste
microfoon met de aansluiting OUTPUT (55)
van de tweede microfoon . Verbind de derde
microfoon op de zelfde wijze met de tweede
microfoon .
3) Druk op de toets PHANTOM POWER (40) van
de ingang CH 1 en draai de bijbehorende re-
gelaar GAIN (41) helemaal naar rechts in de
stand "−50" .
Aanwijzingen:
1 . De ingang CH 1 mag nu niet voor andere ingangssig-
nalen gebruikt worden, omdat hij parallelgeschakeld is
met de aansluitingen voor de tafelmicrofoons .
2 . De microfoonkabel mag in totaal maximaal 1000 m
lang zijn .
6.4 Commandomicrofoon PA-1120RC
De commandomicrofoon PA-1120RC (figuur 5)
die als toebehoren verkrijgbaar is, werd speciaal
voor deze versterker ontworpen . U kunt maxi-
maal drie commandomicrofoons aansluiten . Voor
gebruik ervan moet u eerst de aansluitmodule,
samen met de microfoon geleverd, in de ver-
sterker worden gemonteerd . Dit mag uitsluitend
door een gekwalificeerde vakman uitgevoerd
worden!
Opmerking: Bij gebruik van de commandomicrofoon
mag de ingang CH 2 niet voor andere ingangssignalen
worden gebruikt, omdat deze met de ingang voor de
commando microfoon parallelgeschakeld is .
6.4.1 De aansluitmodule monteren
1) Trek de netstekker uit het stopcontact . Als er
een noodstroomeenheid is aangesloten, kop-
pelt u deze van de aansluitingen 24 V⎓ (30)
los, zodat de versterker zeker buiten bedrijf is .
Schroef het deksel van de versterker evenals
de afsluitplaat (46) aan de achterzijde van de
versterker los .
2) Steek de 3-polige leiding AS 903 C van de
aansluitmodule in de jack CN 903 C van
de versterker – zie overzichtstekening pa-
gina 48 .
3) Plaats de module in de openingen die door het
wegnemen van de afsluitplaat (46) vrijkomen,
en schroef ze vast .
4) Steek de tweepolige leiding A die in de ver-
sterker vrij ligt, met een zwarte en rode ader
van de aansluiting AS 801 in de jack CN 801
A van de module .
5) Steek de afgeschermde leiding AS 802 Bvan
de module in de jack AN 802 B van de ver-
sterker .
6) Steek de 6-polige leiding AS 204 D van de
module in de jack CN 901 D van de versterker .
7) Als er geen module voor digitale boodschap-
pen PA-1120DMT is ingebouwd, bindt u de