losse 10-polige leiding AS 4-1 van de module
met de kabelbinders in de versterker vast .
Voer de punten 8) tot 10) alleen uit als de mo-
dule voor digitale boodschappen PA-1120DMT
is ingebouwd:
8) Steek de 10-polige leiding AS 4-1 van de mo-
dule in de jack CN 4-1 van de insteekeenheid .
9) Leg met de jumper MS 802 van de aansluitmo-
dule vast of de aankondiging in het geheugen
M 6 van de PA-1120DMT via de commando-
microfoon kan worden opgevraagd (stand
ON) of niet (stand OFF, fabrieksinstelling) .
Het geheugen M 6 kan bv . zijn voorbehouden
voor een alarmaankondiging die alleen via de
klemmen MESSAGE FIRST PRIORITY (33) mag
worden geactiveerd .
10) Stel in de versterker de jumper MS 2 in de
stand PRI . Zo wordt een aankondiging van
de insteek eenheid niet door een signaal van
de commandomicrofoon in volume gedempt .
6.4.2 Microfoonaansluiting en basisinstelling
1) Verbind de jack OUTPUT (62) van de micro-
foon met de jack INPUT van de aansluitmo-
dule . Een korte verbindingskabel wordt samen
met de microfoon geleverd . De kabellengte
tussen versterker en microfoon mag max .
1000 m bedragen .
Een tweede microfoon kan via de jack
OUTPUT op de jack LINK van de module of
op de jack LINK (61) van de eerste microfoon
worden aangesloten . Voor het aansluiten van
een derde microfoon verbindt u de jack OUT-
PUT hiervan met de jack LINK van de tweede
microfoon . Er kunnen maximaal drie micro-
foons worden aangesloten . De kabellengte
tussen twee micro foons mag de 100 m niet
overschrijden .
2) Bij het gebruik van meerdere microfoons van
het type PA-1120RC schuift u op de microfoon
resp . op de microfoons die voorrang op de
anderen moet(en) krijgen, de schakelaar TALK
(60) in de stand PRIORITY . Bij de overige micro-
foons zet u de schakelaar in de stand SLAVE .
Zo kan een aankondiging via een microfoon
zonder voorrang worden onderbroken door
een microfoon met voorrang .
3) Om voor de commandomicrofoon resp . voor
de commandomicrofoons tweede prioriteit te
ver krijgen, moet u op de toets op de aansluit-
module drukken (stand PRIORITY) . Als de toets
(stand SLAVE) niet is ingedrukt, is de vierde
prioriteit ingesteld .
4) Bij gebruik van de module voor digitale bood-
schappen PA-1120DMT selecteert u met de
schakelaar DIGITAAL MESSAGE (59) of via de
commandomicrofoon opgeslagen aankondi-
gingen kunnen worden opgevraagd (schake-
laarstand ON) of geblokkeerd zijn (stand OFF) .
5) Als de ingangen op de versterker niet volstaan,
kan via de jacks AUX IN (63) een lijnsignaal
worden gestuurd (bv . achtergrondmuziek
door een CD-speler) . Stel het uitgangsniveau
voor het microfoonsignaal en het signaal van
de jacks AUX IN in met de regelaar AUDIO
OUT (64) .
6.5 Apparaten met lijnniveau /
geluidsopnametoestel
U kunt maximaal vijf apparaten met lijnniveau
(bv . cd-speler, cassetterecorder) aansluiten op de
ingangen CH 1 tot CH 3 (39) evenals CH 4 en
CH 5 (38) . Uitzonderingen: Laat CH 1 vrij als u
de tafelmicrofoon PA-4000PTT of PA-4300PTT
gebruikt en laat CH 2 vrij bij gebruik van de com-
mandomicrofoon PA-1120RC .
Voor achtergrondmuziek moeten de ingan-
gen CH 4 en CH 5 worden gebruikt, omdat deze
de laagste prioriteit hebben .
1) Bij aansluiting van de ingangen CH 1 tot CH 3
draait u de bijbehorende regelaar GAIN (41)
helemaal naar links in de stand "−10" . Druk
niet op de overeenkomstige toets PHANTOM
POWER (40) .
Gebruik bij het aansluiten van een stereo-
apparaat op een van de ingangen CH 1 tot
CH 3 een stereo-monoadapter (bv . SMC-1
van MONACOR) en een adapterkabel (bv .
MCA-300 van MONACOR) . Anders heffen
de signalen van het stereomidden elkaar op .
2) Wenst u een van de ingangen CH 1 – CH 3
voorrang te geven op de twee andere, plaats
dan de overeenkomstige DIP-Schalter MIC PRI-
ORITY (45) in de stand ON . Ingangen CH 1 tot
CH 3 hebben steeds voorrang op de ingangen
CH 4 en CH 5 (zie ook hoofdstuk 7) .
3) Een geluidsopnametoestel kan op de jacks
REC (37) worden aangesloten . Het volume van
de op name is onafhankelijk van de regelaar
MASTER (21) en van de zonevolumeschake-
laars (5) .
6.6 Een equalizer of ander apparaat
tussenschakelen
Voor de externe klankregeling kunt u bv . een
equalizer tussenschakelen via de jacks AMP IN
(35) en PRE OUT (36): Verbind de ingang van het
apparaat met de jack PRE OUT en de uitgang op
de jack AMP IN .
Opmerking: In de versterker wordt het signaal onder-
broken, wanneer alleen de jack AMP IN is aangesloten
of het tussengeschakelde apparaat niet is ingeschakeld,
defect is of niet correct is aangesloten . De luidsprekers
blijven dan gedempt .
6.7 Bijkomende versterker
Indien er meer luidsprekers nodig zijn dan toe-
gelaten voor de versterker, is een bijkomende
versterker noodzakelijk . Verbind de ingang van
de bijkomende versterker met de jack PRE OUT
(36) of REC (37) . Het signaal voor de bijkomende
versterker wordt niet beïnvloed door de rege-
laar MASTER (21) of door de zonevolumescha-
kelaars (5) .
6.8 Telefoon- of nachtbel
Een telefoon- of nachtbel kan zo nodig via de ge-
luidsinstallatie worden weergegeven (bv . tijdens
een nachtelijke controleronde) .
1) Stuur het signaal voor de bel (bv . 8 V/ 50 Hz)
naar de klemmen NIGHT RINGER (29) .
2) Druk op de toets TEL (14) .
3) Activeer de bel en stel met de regelaar RINGER
(16) het volume in van het oproepsignaal dat
door de versterker is gegenereerd .
4) Schakel de belfunctie desgewenst in of uit
met de toets TEL .
Opmerking: De bel heeft de laagste prioriteit .
6.9 Noodbericht / voorrangsrelais
Als er tussen de versterker en de luidsprekers
geluidsvolumeregelaars met noodbericht / voor-
rangsrelais (bv . serie ATT-3 . .PEU of ATT-5 . .PEU
van MONACOR) zijn geschakeld, dan kunt u
belangrijke aankondigingen toch horen, zelfs al
is het volume op "nul" ingesteld .
1) Sluit hiervoor een tafelmicrofoon PA-4000PTT
of PA-4300PTT aan (zie hoofdstuk 6 .3) .
2) Sluit de noodbericht / voorrangsrelais volgens
de figuur 6 aan op de schroefklemmen PRI-
ORITY RELAY OUTPUT (42) . De uitgang heeft
een belastbaarheid van 200 mA .
3) Plaats de schakelaar PRIORITY (48, 53) op de
microfoon in de stand ON (naar beneden) .
4) Bij het bedienen van de spraaktoets TALK (51,
58) worden de luidsprekers nu door het relais
naar maximaal geluidsvolume geschakeld .
PA-1120 / PA-1240
ATT-...
100V
PRIORITY RELAY
OUTPUT
24 V, max. 0,2 A
24 V
100 V
Switch Line
Audio Line
➅
Noodbericht / voorrangsrelais
6.10 Schakelaar voor (automatische)
aankondigingen in alle zones
Voor de bediening op afstand van de volgende
func ties sluit u een schakelaar aan op de klem-
men MESSAGE FIRST PRIORITY (33):
1 . Alle PA-zones worden ingeschakeld en op
maximaal geluidsvolume ingesteld [zoals toets
ALL CALL (6)] .
2 . Bij het gebruik van de module voor digitale
boodschappen PA-1120DMT wordt de aan-
kondiging van het geheugen M 6 automatisch
opgevraagd . Plaats hiervoor de jumper MS 2 in
de stand PRI, alvorens de module in de insteek-
eenheid te monteren (zie overzichtstekening
pagina 48) . Zo krijgt de aankondiging van
het geheugen M 6 eerste prioriteit .
In plaats van de schakelaar kan ook een alarm-
meldingscontact worden aangesloten, bv . voor
een automatische brandalarmmelding .
3 . Wenst u via de schakelaar resp . via het alarm-
meldingscontact de versterker ook gelijktijdig
in te schakelen, sluit dan een diode van het
type 1N4004 volgens figuur 7 aan tussen de
bovenste klem MESSAGE FIRST PRIORITY en
de rechter klem POWER REMOTE .
TEL
SPEAKER ZONES
LOW
NIGHT
PAGING
ATT- OUTPUTS
IMP
RINGER
IN
Z5
Z4
Z3
Z2
Z1
4Ω
POWER
24V⎓/27A
REMOTE
MAX
➆
Automatisch inschakelen van de versterker en activeren
van de aankondiging M 6
6.11 Telefooncentrale
Via de telefooncentrale kunt u aankondigingen
weergeven via de geluidsinstallatie .
1) Stuur het telefoonsignaal (lijnniveau) naar de
klemmen PAGING IN (32) .
2) Stel tijdens een aankondiging het volume in
met de regelaar PAGING (15) .
Opmerking: Telefoonaankondigingen hebben derde
prio riteit .
10
Speaker
0
MESSAGE
FIRST
PRIORITY
1N4004
31