Om de kans op schade door elektrostatische ontlading te verkleinen:
Raak een persoon of voorwerp aan met uw vingers voordat u uw zendspoel, kabel of
•
spraakprocessor of die van uw kind aanraakt.
Raak metalen oppervlakken met uw hand aan voordat apparatuur contact maakt met het
•
metalen oppervlak. Dit is vooral belangrijk op speelplaatsen waar hoge niveaus statische
elektriciteit kunnen worden gegenereerd. Het is belangrijk om statische elektriciteit te
ontladen door een metalen oppervlak met uw hand aan te raken voordat de spraakprocessor,
kabel of zendspoel in contact komen met het metalen oppervlak.
Probeer contact te voorkomen tussen de apparatuur van uw cochleair implantaat en
•
metalen oppervlakken als u uit een voertuig stapt.
Verwijder de apparatuur van uw cochleair implantaat voordat u kleding uittrekt die een
•
elektrische lading kan hebben (bijv. truien).
Raak geen tv- of computerschermen aan. Als u een scherm aanraakt, raak dan een voorwerp
•
anders dan uw implantaatsysteem aan om opgebouwde spanning te ontladen voordat u
een onderdeel van uw implantaatsysteem aanraakt.
Gebruik wasverzachter voor kleding en beddengoed.
•
Metaaldetectors op vliegvelden
Metaaldetectors en veiligheidsscanners, inclusief full-body scanners, beschadigen uw
implantaatsysteem niet; metaaldetectors kunnen echter geactiveerd worden als u er doorheen
loopt. Om te voorkomen dat u ongewenste geluiden hoort terwijl u door een metaaldetector of
veiligheidsscanner loopt, moet u het volume van de spraakprocessor verlagen of uw zendspoel
verwijderen.
Ultrasone sensoren
Ultrasone sensoren, die soms worden gebruikt in verlichtingssensoren en beveiligingssystemen,
beschadigen uw implantaatsysteem niet; ze kunnen echter worden opgevangen door
de microfoon van de zendspoel en leiden tot een vervormde geluidskwaliteit als u uw
spraakprocessor gebruikt in de onmiddellijke omgeving van een dergelijke sensor. Daarnaast
kan de microfoon van het processorsysteem beschadigd raken als het ultrasone geluid een heel
hoge intensiteit heeft. Om te voorkomen dat u ongewenst geluid hoort, moet u het volume op
uw spraakprocessor verlagen of uw zendspoel verwijderen als u in de buurt van een ultrasone
sensor komt (bijv. ingang van bibliotheken).
Röntgenapparatuur
Röntgenapparatuur beschadigt uw spraakprocessor of implantaat niet, maar kunnen de
microfoons van uw Naída CI Q30 en zendspoel beschadigen. Stop geen (zendspoel)microfoons
in bagage die u incheckt of in handbagage die wordt gescand met een röntgenmachine.
Tijdens veiligheidsscreenings op vliegvelden moeten de spraakprocessor en microfoon door de
metaaldetector worden gedragen of handmatig worden onderzocht.
6
Gebruiksaanwijzing Naída CI Q30-spraakprocessor