• Om te demonteren, drukt u op de vergrendeling (A)
en trekt u de as uit elkaar.
De beschermkap monteren (Afb. 3 en 4)
• Bevestig de beschermkap (3) op het apparaat zoals
afgebeeld.
• Bevestig de beschermkap met 1 schroef (met een
kruiskopschroevendraaier)
WAARSCHUWING! Gebruik het apparaat nooit
als de beschermhoes niet goed is aangebracht.
6. De grastrimmer voorbereiden voor gebruik
Modus randen bijsnijden (Afb. 5, 6, 7 en 11)
WAARSCHUWING! Voordat u deze wijziging aan-
brengt, moet u ervoor zorgen dat de grastrimmer
is uitgeschakeld en losgekoppeld van het lichtnet.
Voer de volgende instellingen in om de grastrimmer als
kantensnijder te gebruiken:
• Duw de hendel naar voren. Draai de hendel in de
gewenste stand. Draai de maaikop 180 graden als je
dicht bij randen en muren maait (Fig. 11).
• De handgreep klikt automatisch vast wanneer deze
in de juiste positie staat.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de hand-
greep goed vergrendeld is. Stel de maaikop al-
leen in op de aangegeven hoek! Zet de maaikop
nooit in een tussenpositie.
Verlengkabelhouder (Afb. 8)
Om te voorkomen dat de verlengkabel losraakt, moet
u altijd controleren of deze is bevestigd aan de kabel-
houder (1) voordat u de grastrimmer gebruikt.
1. Maak een lus in de verlengkabel en duw deze door
het vierkante gat onder de hendel van de aan/uit-
knop (7).
2. Plaats het uiteinde van de lus om de kabelhouder (1)
en zorg ervoor dat er voldoende spanning op staat,
zodat deze niet los kan raken tijdens het werken met
de trimmer.
3. Sluit de stekker van de verlengkabel aan op de ka-
belstekker van de grastrimmer.
7. De grastrimmer starten
• Sluit de verlengkabel aan op een stopcontact.
• Ga stevig staan. Houd de trimmer met beide handen
vast. Plaats de trimmer niet op de grond.
• Druk de inschakelblokkering (10) naar links of rechts
en bedien de schakelaar (7). Na het inschakelen
hoeft de inschakelblokkering (10) niet meer vastge-
houden te worden.
• Om de trimmer uit te schakelen, laat u de aan/uit-
knop (7) los.
WAARSCHUWING! De grastrimmer blijft na
het uitschakelen nog enkele seconden draaien.
Wacht tot de motor volledig tot stilstand is geko-
men voordat u het apparaat neerlegt.
NL| Gebruiksaanwijzing
(Afb. 9)
NL-6
8. Gazon trimmen
(Afb. 10)
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat het werk-
gebied vrij is van stenen, puin, kabels en andere
vreemde voorwerpen.
U zult optimale resultaten behalen met uw grastrimmer
als u de onderstaande instructies volgt:
• Gebruik de grastrimmer nooit zonder de veiligheids-
voorzieningen.
• Maai geen nat gras. De beste resultaten worden be-
reikt met droog gras.
• Druk de inschakelblokkering (10) naar links of rechts
en bedien de schakelaar (7).
• Beweeg de grastrimmer alleen in de richting van het
gras wanneer de knop wordt ingedrukt, d.w.z. wacht
tot de grastrimmer is opgestart voordat u deze in het
gras plaatst.
• U kunt een correcte snede verkrijgen door de grast-
rimmer van links naar rechts te draaien terwijl u naar
voren loopt en deze onder een hoek van ongeveer
30° houdt.
• Maak verschillende bewegingen om hoog gras gelei-
delijk van bovenaf af te snijden.
• Houd de grastrimmer uit de buurt van harde voor-
werpen om onnodige slijtage van de maaidraad te
voorkomen.
Opmerking: Verwijder regelmatig grasresten tussen de
spoel en de veiligheidsvoorziening om te voorkomen dat
het apparaat gaat trillen en zorg ervoor dat de grastrim-
mer is uitgeschakeld en losgekoppeld van de voeding
wanneer u dit doet.
9. Snijdraad verlengen
Controleer de nylon draad regelmatig op beschadigin-
gen en of de draad nog de door het maaimes aangege-
ven lengte heeft.
Als de maaiprestaties afnemen: Schakel het apparaat
in en houd het boven een gazon. Tik met de snijkop
op de grond. De draad wordt opnieuw afgesteld door
te tikken wanneer het (de) uiteinde(n) van de draad
minstens 2,5 cm lang is (zijn). Als het (de) uiteinde(n)
van de draad korter is (zijn): Schakel het apparaat uit,
trek de stekker uit het stopcontact. Spoel (14) tot aan
de aanslag indrukken en draadeinde(n) (11) stevig aan-
trekken. Als er geen draadeinde(n) zichtbaar zijn - zie
Draadspoel vervangen.
Als de draad langer is, wordt deze bij het opstarten au-
tomatisch op de juiste lengte afgesneden.
Let op: Verwijder grasresten van het maaimes zodat
het maaien niet wordt belemmerd.
Let op: Risico op letsel door het maaimes.
10. de draadspoel vervangen
WAARSCHUWING: Voordat u werkzaamheden,
aanpassingen of onderhoud aan het apparaat
uitvoert, moet u ervoor zorgen dat het apparaat
is uitgeschakeld en losgekoppeld van het elekt-
riciteitsnet.
(Afb. 12 en 13)
(Afb. 14 en 15)