NEDERLANDS
BEDIENING
VOORBEREIDING
1. AANSLUITINGEN
NAKIJKEN
e
Zorg ervoor dat alle aansluitingen juist zijn door op het
achterpaneel te kijken. (Afb. 2~3)
e
Kijk de polariteit (positief en negatief) van de aansluitingen
na en het richteffekt van de stereoscheiding (rechtersnoer
aan het aansluitpunt van het rechterkanaal en linkersnoer
aan het aansluitpunt voor het linkerkanaal).
e
Kijk het richteffekt van de pensnoeraansluiting
na.
2. INSTELLEN
VAN
ELKE KNOP
Draai de volumeregelknop tegenwijzerzin, tot "0".
Stel de draaiknop in op "viak" (flat).
Schakel de tapemeeluisterschakelaar (TAPE MONITOR) uit
("OFF").
e
Schakel de luidspreker-keuzeschakelaar in voor het gewen-
ste luidsprekersysteem
(A of B).
Nadat u de bovenstaande punten heeft nagekeken, de spanning
inschakelen;
de versterker is binnen enkele sekonden
gebruik-
sklaar.
WEERGEVEN
VAN
EEN GRAMMOFOONPLAAT
1. Stel de ingangskeuzeschakelaar
(INPUT
SELECTOR)
in op
"PHONO"
(draaitafel).
2. Stel de draaitafel in werking en speel de grammofoonplaat.
3. Draai aan
de volume-
en toonregelaars
om
het gewenste
volume en de juiste klankkwaliteit te verkrijgen.
WEERGEVEN
MET EEN CD-SPELER
1. Stel de ingangskeuzeschakelaar
(INPUT
SELECTOR)
in op
"CD".
2. Stel de CD-speler in werking.
3. Draai aan
de volume-
en toonregelaars
om
het gewenste
volume en de juiste klankkwaliteit te verkrijgen.
ONTVANGST
VAN RADIOPROGRAMMA'S
1. Stel de ingangskeuzeschakelaar
(INPUT
SELECTOR)
in op
"TUNER".
2. Stel de tuner
in werking
om
een
radioprogramma
te ont-
vangen.
3. Draai aan
de volume-
en toonregelaars
om
het gewenste
volume
en de juiste klankkwaliteit te verkrijgen.
AANSLUITEN VAN AUDIO-TOESTELLEN OP DE AANSLUITPUN-
TEN VOOR
BIJKOMENDE
KOMPONENTEN
(AUX)
1. Stel de ingangskeuzeschakelaar
(INPUT
SELECTOR)
in op
"AUX"
(bijkomende
komponenten).
2. Stel de audiotoestellen
in werking.
3. Draai aan
de volume-
en toonregelaars
om
het gewenste
volume en de juiste klankkwaliteit te verkrijgen.
WEERGEVEN
MET EEN TAPEDECK
Schakel de tapemeeluisterschakelaar (TAPE MONITOR) in ("ON")
en kies "1 (.m )" of "2 (-m)" met de tapekeuzeschakelaar (TAPE
SELECTOR).
OPNEMEN
MET EEN TAPEDECK
De op te nemen bron wordt gekozen met de ingangskeuzeschake-
laar (INPUT SELECTOR).
Terwijl de tape wordt gekopieerd, is het niet mogelijk om door de
luidsprekers
een
ander
programma
te beluisteren.
e
KOPIEREN
VAN
EEN TAPE NAAR
EEN ANDERE
Om te kopiéren van tapedeck 1 naar 2, de ingangskeuzescha-
kelaar (INPUT SELECTOR)
instelien op "TAPE-1
> 2".
Om te kopiéren van tapedeck 2 naar 1, de ingangskeuzescha-
kelaar (INPUT SELECTOR)
instellen op "TAPE-2
> 1".
e
MEELUISTEREN
MET DE OPNAME
U kan meeluisteren met een aan de gang zijnde opname als
een tapedeck wordt gebruikt met drie afzonderlijke koppen
voor opname en weergave. U kunt niet meeluisteren met de
opname
bij een tapedeck dat een gewone kop gebruikt voor
zowel
opname
als weergave.
Stel de tapekeuzeschakelaar
(TAPE SELECTOR)
in op "1" of "2" naargelang het tapedeck
dat wordt gebruikt voor de opname en schakel de tapemeelui-
sterschakelaar (TAPE MONITOR)
in ("ON"). Gebruik de tape-
meeluisterschakelaar (TAPE MONITOR) om te schakelen tus-
sen het meeluisteren met de opname en de programmabron.
WAARSCHUWING
Beschermingscircuit
Deze set is voorzien van een snel werkend beschermings-
circuit. Dit circuit beschermt het interne schakelplan tegen
schade veroorzaakt door grote hoeveelheden spannings-
stromen wanneer de luidsprekeraansluitingen niet volledig
zijn aangesloten of wanneer een uitvoer opgewekt wordt
door kortsluiting. Dit beschermingscircuit snijdt de uitvoer
naar de luidsprekers af. In een dergelijk geval, dient u erop
te letten de spanning naar het toestel uit te schakelen en de
aansluitingen
op de luidsprekers te kontroleren.
Schakel
daarna de spanning weer in. Nadat het geluid verscheidene
sekonden
gedempt
is, zal het toestel weer normaal gaan
werken.
19