3.
Faden van het geluid
Deze functie dient voor het in- of uitfaden van de
audiobronsignalen van het AUDIO MIXER gedeelte.
(i)
Regel de geluidsniveaus bij met met de faderregelaar
van de AUDIO MIXER,
AUDIO MIXER
5
x
—b
bb'
pt
bbb
le
Someend
Oe
z =z SSP
2 ib a a aa z
= zZ
z= Z
= Zz
(2)
Druk op de AUDIO FADE toets (24).
De LED van de
toets licht op.
VIDEQ FADE
SUPERIMPOSE
FADE
AUDIO
FADE
(3)
Stel de fade-snetheid binnen een bereik van 0,6 tot 8,1
sekonden in met de SPEED regelaar (28).
FADE
CONTROL
FADE
OUT
[a]
(4)
Druk op de FADE START toets (26).
Het geluid fade uit en de FADE OUT LED (27) knippert.
FADE
START
(5}
Druk nogmaals op de FADE START toets (26) om het
geluid weer in te faden. De FADE OUT LED (27) dooft
nu.
-~B4-