NEDERLANDS
2.
Zijplaten (16) met de sticker naar
buiten met de ingesloten draadeind-
schroeven (17) aan de ventilatorbe-
huizing bevestigen.
18
3.
Dwarsplaat (18) met vlakke parkers,
schijven
en
zeskantflensmoeren
tussen de zijplaten monteren.
.
19
20
21
22
23
4.
Aan de vier hoeken van de bodem-
plaat telkens een dubbele rolzitting
vastschroeven. Hiervoor drie par-
kers (19) M5 × 20 door bodemplaat
en wielopname (20) steken en met
schijven (21) en zeskantflensmoe-
ren (22) vastzetten. Vervolgens dub-
bele rol (23) in dubbele rolzitting
insteken.
5.
Voorgemonteerde bodemplaat zoals
getoond op de zijplaten leggen en
met parkers en zeskantflensmoeren
monteren. Vervolgens alle schroe-
ven op vaste zitting controleren en
het toestel met de rollen op de vloer
zetten.
24
24
25
6.
Slangklem (24) op het einde van de
zuigslang (25) steken en zo op het
zuigstuk onder de elektrische motor
schuiven. Slangklem aantrekken.
27
26
7.
Spanenopvangzak onder spanen-
vangopening klemmen. Voldoende
lange en brede spanenopvangzak
(26) (z. B. 600 × 900 mm) met span-
band (27) optrekken en vastspan-
nen.
3
Opmerking:
Opening
van
de
vangzak strak om de stofverzamelope-
ning leggen en de uitstekende plaats
vouwen. Spanband erover trekken en
vastspannen.
28
29
30
8.
De beide flexibele rondstaven (28)
tot een "U" vormen en de einden in
de vier boringen in de rand van de
bovenste stofzakopening steken. De
rondstaven in het hoogste punt met
kabelklemmen over kruis met elkaar
verbinden.
9.
Stofzak (29) en spanring (30) over
de stofzakopening stulpen en de
spanring vastspannen.
4.1
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
•
Gebruik het apparaat uitsluitend
in een droge omgeving.
•
Het apparaat mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
„Technische gegevens):
− stopcontacten
geïnstalleerd,
gecontroleerd;
− stopcontact met
zekering (traag) afgezekerd;
− netspanning
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van het apparaat;
− de stroomkring dient vakkun-
dig beveiligd te worden met
een differentieelschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom van
30 mA;
− Systeemimpedantie Z
het doorgeefpunt (huisaanslui-
ting) ten hoogste 0,35 ohm.
3
Opmerking:
Richt u zich aan uw energienuts-
bedrijf of uw elektrische installateur,
wanneer u vragen heeft, of uw huisaans-
luiting aan deze voorwaarden voldoet.
•
Gebruik alleen olievaste verleng-
kabels van de kwaliteit H07 RN-F.
De vermogensdoorsnede moet
spanenop-
ten minste 1,0 mm
Bescherm
hitte, agressieve vloeistoffen en
scherpe kanten.
•
Verleg de netkabels zo, dat ze bij
het werken niet storen en niet
kunnen worden beschadigd.
•
Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
4.2
Statische oplading
Het gehele afzuigsysteem van het toe-
stel is uit niet elektrisch geleidende com-
ponenten gebouwd. Wordt de afzuigs-
lang aan elektrisch geleidende delen
aangesloten (bv metallische afzuigkap-
pen of afzuigpijpen), moeten deze ter
afleiding van evt. optredende elektrosta-
tische energie worden geaard.
Aan het toestel mogen geen kunststof-
delen door metalen delen worden ver-
vangen. Vooral de afzuigslang mag
geen metalen spiraal vertonen. Kleine
metallische delen zoals schroeven en
slangklemmen zijn in dit verband onbe-
denkelijk.
Maak in ieder geval gebruik van origi-
nele reservedelen. Deze reservedelen
zijn voor het toestel geconstrueerd.
reglementair
geaard
en
een
10-A-
en
-frequentie
aan
max.
2
bedragen.
de
netkabel
tegen