4
Functie
Afb 37-1
Toegangscode instellen
Voorbeeld: code 3090 instellen (alleen bij wijze van voorbeeld, dit is
geen geldige toegangscode) [→ Hoofdmenu → Configuratie → Toe-
gang]:
1
Draaiknop rechtsom draaien tot het eerste invoerveld blauw
wordt weergegeven.
2
Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK").
è Eerste invoerveld knippert blauw.
3
Draaiknop rechtsom draaien tot 3 wordt weergegeven.
4
Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK").
è Tweede invoerveld wordt blauw weergegeven.
5
Draaiknop rechtsom draaien tot het derde invoerveld blauw
wordt weergegeven.
6
Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK").
è Derde invoerveld knippert blauw.
7
Draaiknop rechtsom draaien tot 9 wordt weergegeven.
8
Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK").
è Vierde invoerveld wordt blauw weergegeven.
9
Draaiknop rechtsom draaien tot de bevestiging-icon blauw
wordt.
10 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK").
è Code wordt gecontroleerd en het instelniveau verlaten.
4.5.2
Sensoren
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Sensoren]
In dit menu worden (optionele) sensoren geactiveerd en geconfigu-
reerd. Streefwaarden voor druk voor de waterzijde kunnen worden
vastgelegd.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de para-
meters dit menu staat in
Hfst.
7.6.1.
4.5.3
Verwarmingscircuit configuratie
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Config VK]
In dit menu wordt de basisfunctionaliteit van het verwarmingscircuit
ingesteld.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de para-
meters dit menu staat in
Hfst.
7.6.2.
Door het weer geregelde
aanvoertemperatuurregeling
Als de door het weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling actief
is, wordt de aanvoertemperatuur (parameter [Aanvoertemperatuur
set]) automatisch, afhankelijk van de buitentemperatuur aan de hand
van de ingestelde verwarmings-/koelcurve bepaald.
Gebruiksaanwijzing
18
Bij aanlevering is deze functie geactiveerd. Hij kan alleen met vak-
mancode gedeactiveerd (regeling vaste waarde) of weer geactiveerd
worden.
Als ook de kamerregelaar (EHS157034) op de RoCon+ HP is aan-
gesloten, worden de streeftemperaturen door de weer- en kamer-
temperatuur (parameter [Ruimte-invloed]) geregeld.
Het instellen van deze functie kan alleen plaatsvinden met de vak-
mancode. Neem hiervoor contact op met de verwarmingsvakman.
De activering of deactivering van deze functie gebeurt via de para-
meter [Weersafhankelijke] in het menu „Configuratie".
▪ Parameter [Weersafhankelijke] = Weersafhankelijk: weersafhan-
kelijke aanvoertemperatuurregeling
▪ Parameter [Weersafhankelijke] = Aanvoertemperatuur vast: rege-
ling met een vaste aanvoertemperatuur
▪ Bij verwarmingswerking: parameter [Aanvoertemp. modus ver-
warmen] of parameter [Aanvoertemp. modus nachtverlag.]
▪ Bij koelwerking: parameter [Aanvoertemperatuur modus koelen]
INFORMATIE
De weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling heeft
geen invloed op de aanvoerstreeftemperatuur bij verzoek
van het warmwatercircuit.
Bij een aangesloten Mengermodule
De instelling van de verwarmings-/koelcurve en de activering van de
weersafhankelijk geregelde aanvoertemperatuur voor het toegewe-
zen verwarmingscircuit gebeuren net als hiervoor beschreven.
Het is mogelijk om het toegewezen verwarmingscircuit te gebruiken
als
▪ Mengeruitbreiding
De buitentemperatuur van de op de Daikin Altherma EHS(X/H)
aangesloten buitentemperatuursensor wordt via de CAN-bus
doorgegeven aan de mengermodule.
of als
▪ Mengeruitbreiding met Zoneregeling
Op de mengermodule moet een aparte buitentemperatuursensor
worden aangesloten. Het toegewezen verwarmingscircuit wordt
aan de hand van de voor deze zone van belang zijnde buitentem-
peratuur geregeld.
Met een geactiveerde terminalfunctie kan de mengermodule via het
bedieningselement RoCon+ B1 van de Daikin Altherma EHS(X/H)
bediend en de instellingen voor het toegewezen verwarmingscircuit
uitgevoerd worden.
Samen met de kamerregelaar EHS157034 kan de mengernmodule
het toegewezen verwarmingscircuit ook geheel zelfstandig en onaf-
hankelijk van de verwarming regelen.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in
Hfst.
7.6.
Vorstbeschermingsfunctie
Bij een buitentemperatuur beneden de parameterwaarde [Vorstbe-
schermingstemperatuur] wordt de geïntegreerde verwarmingscircu-
latiepomp ingeschakeld om het bevriezen van het verwarmingssys-
teem te voorkomen.
Bovendien worden ook de aanvoer-, boiler- en aangesloten kamer-
temperatuursensoren voortdurend bewaakt. Als aan één van deze
sensoren de gemeten temperatuur onder de 7 °C (bij kamertempera-
tuur onder de 5 °C) daalt, wordt de vorstbeschermingsfunctie even-
eens geactiveerd.
Als de temperatuur van de verwarmingsaanvoer onder de 7 °C daalt,
verwarmt de Daikin Altherma EHS(X/H) tot de temperatuur van de
verwarmingsaanvoer ten minste tot 12 °C is gestegen.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL