4
Functie
4.7
Foutne
[→ Hoofdmenu → Fout]
In dit menu wordt de foutbehandeling van de Daikin Altherma
EHS(X/H) uitgevoerd. Zie
Hfst.
8.
4.8
Terminal
[→ Hoofdmenu → Terminal]
In dit menu kunnen ook andere, in het RoCon-systeem via de CAN-
bus geïntegreerde apparaten (regelingscomponenten mengklepmo-
dule of warmtebron) worden bediend en geparametreerd, als het be-
treffende bedieningselement de noodzakelijke autorisatie hiervoor
heeft.
Code / functie
Code verwarmingscircuit
Duidelijke nummering van een verwar-
mingscircuit van het verwarmingssys-
teem in het RoCon-systeem. Maximaal
16 verwarmingscircuits kunnen gere-
geld worden.
Verwarmingsherkenning
Duidelijke nummering van een warmte-
bron in het RoCon-systeem.
(20)
Maximaal 8 warmteopwekkers kunnen in het RoCon-systeem via de CAN-gegevensbus verbonden zijn. Verschillende met
de verwarmingsinstallatie verbonden verwarmingen moeten als speciale toepassing worden gezien. Neem indien nodig con-
tact op met de servicevakman.
Gebruiksaanwijzing
24
Systeemcomponenten
Parameter
Daikin Altherma EHS(X/H)
[Unmixed Circ Config]
(RoCon BM2C)
Kamerstation EHS157034
[Verwarmingskring toe-
zie handleiding RoCon
Mengermodule EHS157068 [Verwarmingskring toe-
zie handleiding RoCon
Daikin Altherma EHS(X/H)
(RoCon BM2C)
Mengermodule EHS157068
zie handleiding RoCon
Functionele codes
Het RoCon-systeem biedt zeer veel gebruiks- en uitbreidingsmoge-
lijkheden. De afzonderlijke RoCon-systeemcomponenten communi-
ceren via de CAN-gegevensbus met elkaar. Hiervoor zijn de scha-
kelprintplaten RoCon BM2C en de bedieningselementen RoCon+ B1
van de Daikin Altherma EHS(X/H)en evt. de optionele systeemcom-
ponenten kamerstation RoCon U1 en mengermodule RoCon M1 via
databusleidingen met elkaar verbonden. Aan deze systeemcompo-
nenten moeten duidelijke functionele codes toegewezen worden, zo-
dat de gegevensuitwisseling en de toewijzing binnen het RoCon-sys-
teem soepel functioneren.
De toewijzing van functionele codes gebeurt het makkelijkst via de
Configuration Wizard. Die wordt bij de eerste inbedrijfstelling auto-
matisch uitgevoerd of kan bij uitbreidingen in het verwarmingssys-
teem in [→ Hoofdmenu → Configuratie → Wizard] met de hand wor-
den gestart. Bovendien kunnen de meeste codes ook door parame-
terinstellingen in dit menu op het RoCon-systeem worden aange-
past.
Opmerkingen
Fabrieksinstelling = 0
Zie
Hfst. 7.11
Mag normaal gesproken niet worden gewij-
(20)
zigd.
Fabrieksinstelling = Uit
wijzing]
Aanpassing nodig, als er andere verwarmings-
circuits in het systeem zijn en / of als de para-
U1/M1
meter [Master-RoCon] = Aan
Fabrieksinstelling = Uit
wijzing]
Moet in principe op de instelling van de adres-
schakelaar aangepast worden.
U1/M1
[BUS ID HS]
Fabrieksinstelling = 0
Zie
Hfst. 7.11
Mag normaal gesproken niet worden gewij-
(20)
zigd.
[Boiler Assignment]
Fabrieksinstelling = 0
Mag normaal gesproken niet worden gewij-
(20)
U1/M1
zigd.
Beschrijft de warmtegenerator, die het toege-
wezen verwarmingscircuit van warmte voor-
ziet.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL