7
Parameterinstellingen
Parameter
Instelbereik
Min / Max
Adaptatie
verwar-
mingscurve
Uit
Aan
Interlink tem-
1 – 50 K
peratuurstij-
ging
Comfort Ver-
Uit
warming
Aan
Tab. 40-22 Parameter in het menu Verwarmen
7.6.4
Menu: Koelen
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
Parameter
Instelbereik
Min / Max
Start T-vertr
5 - 25 °C
koelen
Max. T-vertr
5 - 25 °C
koelen
Start. T-ext.
15 - 45 °C
koelen
Max. T-ext.
20 - 45 °C
koelen
Gebruiksaanwijzing
44
Beschrijving
Functie kan alleen bij een aangesloten en aan het verwarmingscircuit
toegewezen kamerregelaar worden uitgevoerd:
Uit: gedeactiveerd
Geactiveerd = start van een eenmalige automatische aanpassing van
de verwarmingscurve.
Voorwaarden:
▪ Buitentemperatuur < 8 °C
▪ Instelling van de modus: "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Functie: In het begin van de verlagingstijd wordt de actuele kamertem-
peratuur als streefwaarde boor de volgende 4 uur ingesteld. De ver-
warmingscurve wordt door de regeling aan de hand van de aanvoer-
streeftemperaturen berekend die noodzakelijk zijn om deze kamertem-
peratuur op peil te houden.
Als de automatische stooklijnaanpassing wordt onderbroken, wordt de
functie gepauzeerd tot hij de volgende dag met succes uitgevoerd of
beëindigd wordt (instellen van de parameter op "Uit" of wijzigen van de
actuele bedrijfsmodus).
Tijdens de automatische aanpassing zijn de warmwaterbereiding en
de verwarmingsoptimalisatie geblokkeerd.
Alleen indien parameter [Functie Interlink] = Aan:
Aanvoerstreeftemperatuur wordt bij een gesloten RT-schakelcontact
koelen met de ingestelde waarde verhoogd. Verzoek bijv. door HP
convector.
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de
warmtebehoefte kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en
voor de kamerverwarming gebruikt (zie
▪ Uit: pas bij niet gedekte verwarmingsbehoefte wordt de boilertempe-
ratuur opgevoerd. Binnen de tijd die nodig is voor het verhogen van
de temperatuur kan er iets minder comfort optreden.
▪ Aan: bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur
boven de voor de warmwaterbehoefte ingestelde boilertemperatuur
verhoogd. Eventueel wordt het stroomverbruik van de warmtepomp
hoger.
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen bij het starten
van de koelwerking (buitentemperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen])
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling van de minimale aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen. Die
wordt vanaf de buitentemperatuur (parameter [Max. T-ext. koelen]) con-
stant gehouden.
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelwerking met de hoogste
aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen [Start T-vertr koelen] start (in-
stellingsvoorwaarde: modus "Koelen").
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling bij welke buitentemperatuur de laagste aanvoerstreeftemperatuur
voor het koelen [Max. T-vertr koelen] wordt ingesteld (instelvoorwaarde:
modus "Koelen").
Hfst.
4.5.4)
Beschrijving
Fabrieksinstel-
Stappen-
Toe-
ling
grootte
gang
BE HF
-
N
5 K
1 K
N
N
Fabrieks-
Stappen-
Toe-
instelling
grootte
gang
BE HF
18 °C
1 °C
E
8 °C
1 °C
E
24 °C
1 °C
E
35 °C
1 °C
E
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
E
E
E
E
E
E
E