Besturingseenheid
ER-
Melding
code
06
Bijvulduur
[1] Auto-LED brandt
[5] Error-LED brandt
[3] Level-LED knippert
07
Bijvulcycli
[5] Error-LED brandt
[4] Stop-LED licht
[3.3] Level-LED licht
08
Drukmeting
[1] Auto-LED dooft
[4] Stop-LED knippert
[5] Error-LED knippert
[2] Druk-LED knippert
09
Vulniveaumeting
[1] Auto-LED dooft
[4] Stop-LED knippert
[5] Error-LED knippert
[3] Level-LED knippert
10
Maximale druk
[1] Auto-LED brandt
[2] Druk-LED knippert
[5] Error-LED brandt
11
Bijvulhoeveelheid
15
Bijvulklep
Stop ˃ 4 uur
19
[4] Stop-LED licht
[5] Error-LED knippert
20
Max. bijvulhoeveelheid
21
Onderhoud aanbevolen
[1] Auto-LED brandt
[5] Error-LED brandt
24
Ontharding / ontzilting
228 — Nederlands
Oorzaken
Ingestelde max. bijvulduur overschreden:
•
Waterverlies in de installatie.
•
Automatische bijvulling niet aangesloten.
•
Bijvulvermogen te laag.
•
Bijvulhysterese te hoog.
Aantal ingestelde max. bijvulcycli overschreden:
•
Lekkage in de installatie.
•
Besturing ontvangt een verkeerd signaal.
•
Besturing ontvangt een verkeerd signaal
van de gewichtmeetvoet.
Instelwaarde (p
-0,3 bar) overschreden:
sv
•
Magneetventiel aan de luchtzijde blaast
niet af.
•
Compressor draait continu.
Aangegeven bijvulhoeveelheid is overschreden
•
Hoog waterverlies in de installatie.
Contactwatermeter meet zonder aanvraag voor
bijvullen
•
Langer dan 4 uur in de stopmodus.
Max. ingestelde bijvulhoeveelheid overschreden. •
•
Onderhoudsinterval overschreden.
Zachtwatercapaciteit opgebruikt
Reflexomat RSC Smart — 08.01.2024-Rev. A
Oplossing
•
Instelwaarden controleren.
•
Automatische bijvulling controleren.
•
Waterpeil controleren.
•
Bijvulleiding aansluiten.
•
Mogelijke lekkage in de installatie repareren.
•
Instelwaarde controleren.
•
Evt. handmatig bijvullen.
•
Systeem op lekkage controleren.
•
Stekkerverbinding op de druksensor
controleren.
•
Druksensor op goede werking controleren.
•
Waarden uit de app met de manometer
vergelijken.
•
Kabel op beschadiging controleren.
•
Stekkerverbinding op de gewichtmeetvoet
controleren.
•
Gewichtmeetvoet op goede werking
controleren.
•
Kabel op beschadiging controleren.
•
Instelwaarden controleren.
•
Wateraansluiting aan de systeemzijde
controleren.
•
Magneetventiel aan de luchtzijde op goede
werking controleren.
•
Geluiddemper van het magneetventiel aan de
luchtzijde reinigen.
•
Relais van de compressor controleren.
•
Systeem op lekkage controleren.
•
Systeem op lekkage controleren.
•
Bijvulklep reinigen.
•
Bijvulklep vervangen (indien nodig).
•
Reset via de SmartControl app.
Bijvulhoeveelheid juist instellen.
•
Onderhoud uitvoeren.
•
Onderhoudsteller in de app resetten.
•
Patroon (Fillsoft) vervangen.
Reset melding
-
-
-
"Service"
-
-
-
"Service"
-
"App"
-