1. Haal alle accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit het apparaat.
2. Stel de functie
maximumtemperatuur in. Laat het
apparaat 1 u werken.
3. Stel de functie
maximumtemperatuur in. Laat het
apparaat 15 min werken.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Verwarmingsfuncties
Warme Lucht
Voor het roosteren of bakken van gerech‐
ten waarvoor dezelfde bereidingstempera‐
tuur nodig is, op meerdere roosterhoogten,
zonder dat er smaken worden overge‐
bracht van het ene naar het andere ge‐
recht.
Warmelucht (vochtig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de temperatuur
in het apparaat verschillen van de inge‐
stelde temperatuur. Het verwarmingsver‐
mogen kan worden verminderd. Raad‐
pleeg voor meer informatie het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik", opmerkingen op: War‐
melucht (vochtig) .
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één
ovenniveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een kro‐
kante bodem en het bewaren van voedsel.
Grillen
Om dunne stukken voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees
of gevogelte met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
24
NEDERLANDS
in. Stel de
in. Stel de
4. Schakel het apparaat uit en wacht tot het
is afgekoeld.
5. Reinig het apparaat en de accessoires
uitsluitend met een microvezeldoek,
warm water en een mild reinigingsmiddel.
6. Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails terug in hun
oorspronkelijke positie.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de
hoeveelheid ingevroren voedsel en de
grootte daarvan.
6.2 Notities over: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (volgens EU 65/2014 en
EU 66/2014). Testen in overeenstemming
met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig) .
Kijk voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparingstips.
6.3 Verwarmingsfunctie instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te selecteren.
3. Draai wanneer het bereiden stopt de
knoppen naar de uit-stand om het
apparaat uit te schakelen.