AFKORTEN EN MAKEN
FLAREVERBINDING
1. Kort de leidingen af met de pijpsnijder en verwijder de bramen.
2. Verwijder de bramen met een ruimer. Als de bramen niet worden verwijderd
kunnen gaslekken optreden. Houd het leidingeinde naar beneden zodat
er geen metaalstof in de leiding komt.
3. Maak de fl areverbinding nadat de wartelmoer op de koperen leiding is
geschoven.
Leiding
Ruimer
Richt naar
beneden
Klemhendel
1. Afkorten
2. Bramen verwijderen
Onjuiste fl ens
Gebar-
Ongelijke
Schuin Bescha-
digd op-
sten
dikte
pervlak
Installatie van afvoerbocht en slang
• Bevestig afvoerbocht 2 en rubber ring 3 aan de onderzijde van
de binnenunit, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
• Gebruik een afvoerslang met een binnendiameter van 17 mm die
in de winkel verkrijgbaar is.
• U moet deze slang met doorlopend afschot en in een vorstvrije
omgeving installeren.
• Leid de uitlaat van deze slang alleen naar buiten.
• Steek de slang niet in een rioolbuis of afvoerbuis waarin
ammoniakhoudend gas, zwavelhoudend gas, enz. kan voorkomen.
• Gebruik zo nodig een slangklem voor een betere aansluiting op de
aansluiting voor de afvoerslang zodat lekkage wordt voorkomen.
• Er druipt water uit de afvoerslang. Daarom moet de afvoer van
deze slang op een plaats geïnstalleerd worden waar de afvoer niet
verstopt kan raken.
Rubber ring 3
Afvoerbocht 2
Leidingwerk afvoer overdrukklep
• Sluit een afvoerslang aan op de slanguitlaat van de overdrukklep.
• U moet deze slang met doorlopend afschot en in een vorstvrije
omgeving installeren.
• Leid de uitlaat van deze slang alleen naar buiten.
• Steek de slang niet in een rioolbuis of reinigingsafvoer waarin
ammoniakhoudend gas, zwavelhoudend gas, etc. kan voorkomen.
• Gebruik zo nodig een slangklem voor een betere aansluiting op de
aansluiting voor de afvoerslang zodat lekkage wordt voorkomen.
• Er druipt water uit de afvoerslang. Daarom moet de afvoer van
deze slang op een plaats geïnstalleerd worden waar de afvoer niet
verstopt kan raken.
Slanguitlaat
overdrukklep
Handgreep
0 – 0,5 mm
Mal
Mal
Juk
Kern
Koperen
Rood merkteken
leiding
3. Flareverbinding maken
Als de fl areverbinding goed is gemaakt,
moet het binnenste oppervlak van de fl ens
gelijkmatig glimmen en gelijk in dikte zijn.
Omdat de fl ens in contact komt met de
aansluitingen, moet u de fl ens zorgvuldig
controleren.
SLUIT DE KABEL AAN OP
5
DE BINNENUNIT
WAARSCHUWING
Deze sectie is alleen voor erkende en bevoegde elektriciens.
Werkzaamheden achter de met schroeven bevestigde afdekplaat
van het regelpaneel 6 mogen alleen worden uitgevoerd onder
supervisie van een erkende aannemer, installateur of monteur.
Open de afdekplaat van het regelpaneel 6
Volg de onderstaande stappen om de afdekplaat van het
regelpaneel te openen. Voordat u de afdekplaat van het regelpaneel
van de binnenunit verwijdert moet u altijd alle stroomvoorzieningen
uitschakelen (dat wil zeggen, voeding binnenunit, voeding
verwarming en voeding tankunit).
1. Verwijder de 4 bevestigingsschroeven van de afdekplaat van het
regelpaneel.
2. Draai de afdekplaat van het regelpaneel naar de rechterkant.
Schroeven
Schroeven
Bevestiging van stroomvoorzieningskabel en aansluitkabel
1. De aansluitkabel tussen de binnenunit en de buitenunit moet een goedgekeurde
fl exibele kabel zijn met een polychloropreen mantel, type 60245 IEC 57 of
een zwaardere kabel.
Zie de tabel hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Binnenunit
WH-UDZ03KE5*,
WH-SDC0309K3E5,
WH-UDZ05KE5*
WH-SDC0309K6E5
WH-UDZ07KE5*,
WH-UDZ09KE5*
WH-SXC09K3E5,
WH-UXZ09KE5*,
WH-SXC09K6E5,
WH-UXZ12KE5*
WH-SXC12K6E5
• Let er op dat de kleur van de draden van de buitenunit en de nummers van
de aansluitingen overeenkomen met die van de binnenunit.
• De aardedraad moet langer zijn dan de andere draden, zoals aangegeven in
de afbeelding, vanwege de elektrische veiligheid mocht de kabel loskomen
uit de bedradingsklem.
2. Er moet een zekering aangesloten worden op de voedingskabel.
• De zekering (stroomonderbreker) moet een minimum contactopening van
3,0 mm hebben.
• Sluit de goedgekeurde voedingskabels 1 en 2 met polychloropreen mantel,
met type 60245 IEC 57, of een zwaardere kabel aan op het aansluitblok en
het andere einde van de kabel op de zekering (Stroomonderbreker). Zie de
tabel hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Binnenunit
Buitenunit
WH-UDZ03KE5*,
WH-UDZ05KE5*
WH-SDC0309K3E5
WH-UDZ07KE5*,
WH-UDZ09KE5*
WH-UDZ03KE5*,
WH-UDZ05KE5*
WH-SDC0309K6E5
WH-UDZ07KE5*,
WH-UDZ09KE5*
WH-SXC09K3E5
WH-UXZ09KE5*
WH-SXC09K6E5,
WH-UXZ09KE5*,
WH-SXC12K6E5
WH-UXZ12KE5*
VOORZICHTIG
Afmetingen
Buitenunit
aansluitkabel
4 x min. 1,5 mm
4 x min. 2,5 mm
4 x min. 4,0 mm
Voedings-
Zekerin-
Aanbevolen
Kabelafmetingen
kabel
gen
aardlekautomaat
1
3 x min. 1,5 mm
2
15/16 A
30 mA, 2P, type A
2
2
3 x min. 1,5 mm
15/16 A 30 mA, 2P, type AC
1
3 x min. 2,5 mm
2
25 A
30 mA, 2P, type A
2
3 x min. 1,5 mm
2
15/16 A 30 mA, 2P, type AC
2
1
3 x min. 1,5 mm
15/16 A
30 mA, 2P, type A
2
3 x min. 4,0 mm
2
30A
30 mA, 2P, type AC
2
1
3 x min. 2,5 mm
25 A
30 mA, 2P, type A
2
2
3 x min. 4,0 mm
30A
30 mA, 2P, type AC
1
3 x min. 4,0 mm
2
30A
30 mA, 2P, type A
2
2
3 x min. 1,5 mm
15/16 A 30 mA, 2P, type AC
2
1
3 x min. 4,0 mm
30A
30 mA, 2P, type A
2
3 x min. 4,0 mm
2
30A
30 mA, 2P, type AC
2
2
2
9