2 Het bevestigen van de kabel
Aansluiting op extern apparaat (optioneel)
• Alle aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens de plaatselijke
nationale bedradingsnorm.
• Het is sterk aanbevolen om onderdelen en accessoires voor de installatie
te gebruiken die door de fabrikant worden aangeraden.
• Voor aansluiting op de hoofdprintplaat 4
1. De tweewegklep moet een veerbediend elektronisch type zijn, zie de
tabel "Accessoires levering derden" voor meer details. De kabel van
de klep moet zijn (3 x min. 1,5 mm
of een vergelijkbare kabel met dubbel geïsoleerde mantel.
* opmerking: - De tweewegklep moet een onderdeel zijn dat voldoet
aan de CE-markering.
- Maximaal vermogen van de klep is 9,8 VA.
2. De driewegklep moet een veerbediend elektronisch type zijn. De
kabel van de klep moet zijn (3 x min. 1,5 mm
zwaarder, of een vergelijkbare kabel met dubbel geïsoleerde mantel.
* opmerking: - Moet een onderdeel zijn dat voldoet aan CE-markering.
- Moet in de verwarmingsstand staan als deze UIT staat.
- Maximaal vermogen van de klep is 9,8 VA.
3. De kabel van de ruimtethermostaat zone 1 moet zijn (4 of 3 x min.
0,5 mm
2
), type 60245 IEC 57 of zwaarder, of een vergelijkbare kabel
met dubbel geïsoleerde mantel.
4. Maximaal uitgangsvermogen van de boosterverwarming is ≤ 3 kW. De
kabel van de boosterverwarming moet zijn (3 x min. 1,5 mm
60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
5. De kabel van de extra pomp moet zijn (2 x min. 1,5 mm²), type
60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
6. De aansluitkabel/signaalkabel voor ontdooien van de boiler moet zijn
(2 x min. 0,5 mm²), type 60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
7. Een externe bediening moet aangesloten worden met een 1-polige
schakelaar met een minimale contactopening van 3,0 mm. De kabel
daarvan moet (2 x min. 0,5 mm
mantel of rubber mantel.
* opmerking: - De gebruikte schakelaar moet een onderdeel zijn dat
voldoet aan CE.
- De maximale bedrijfsstroom moet minder dan 3A
8. De tanksensor moet een weerstandssensor zijn, zie grafi ek 7,1 voor
de karakteristieken en details van de sensor. De kabel daarvan moet
(2 x min. 0,3 mm
2
) zijn, dubbel geïsoleerd (met isolatiewaarde van
minimaal 30 V) met een PVC-mantel of rubber mantel.
Tanksensor weerstand t.o.v. temperatuur
16000
14000
12000
10000
8000
6000
4000
2000
0
-30 -20 -10
Karakteristiek tanksensor
9. De kabel van de ruimtesensor zone 1, buitenluchtsensor en
buffertanksensor moet zijn (2 x min. 0,3 mm²), dubbel geïsoleerd met
PVC-mantel of rubber mantel.
10. De kabel van de overbelastingsbeveiliging van de tank moet
(2 x min. 0,5 mm
2
) zijn, dubbel geïsoleerd met PVC-mantel of rubber
mantel.
2
), type 60245 IEC 57 of zwaarder,
2
), type 60245 IEC 57 of
2
), type
2
) zijn, dubbel geïsoleerd met PVC-
0
10
20
30
˚C
Hoofdprintplaat 4
Aardlekautomaat/
aardlekschakelaar
stroomvoorziening 2
Aardlekautomaat/
aardlekschakelaar
stroomvoorziening 1
Intern aansluitblok
voor aansluitkabels
Bedradingsklem
Het geleiden en bevestigen van de optionele kabels en de
voedingskabel (overzicht zonder interne bedrading)
Optionele kabels:
• Kabel
3-wegklep
zijn.
rms
• Kabel 2-wegklep
• Kabel ruimtethermostaat zone 1
• Kabel boosterverwarming
• Kabel extra pomp
• Aansluitkabel/signaalkabel voor ontdooien van
de boiler
• Voor aansluiting op optionele PCB 9
1. Door een optionele printplaat aan te sluiten kan een 2-zone
temperatuurregeling worden bereikt. Sluit mengkleppen, waterpompen
en thermistors in zone 1 en 2 aan op alle aansluitpunten van de
optionele printplaat.
De temperatuur van elke zone kan onafhankelijk worden geregeld met
de afstandsbediening.
2. De kabel van pomp zone 1 en zone 2 moet zijn (2 x min. 1,5 mm²), type
60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
3. De kabel van de solarpomp moet zijn (2 x min. 1,5 mm²), type 60245
IEC 57 of een zwaardere kabel.
4. De kabel van de zwembadpomp moet zijn (2 x min. 1,5 mm²), type
60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
5. De kabel van de ruimtethermostaat zone 2 moet zijn (4 x min. 0,5 mm²),
type 60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
6. De kabel van de mengklep zone 1 en zone 2 moet zijn (3 x min. 1,5 mm²),
type 60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
7. De kabel van de ruimtesensor zone 1 en zone 2 moet zijn (2 x min.
0,3 mm²), dubbel geïsoleerd (met isolatiewaarde van minimaal 30 V)
met een PVC-mantel of rubber mantel.
8. De kabel van de sensor zwembadwater en sensor zonnepanelen moet
zijn (2 x min 0,3 mm²), dubbel geïsoleerd (met isolatiewaarde van
minimaal 30 V) met een PVC-mantel of rubber mantel.
9. De kabel van de watersensor zone 1 en zone 2 moet zijn (2 x min.
0,3 mm²), dubbel geïsoleerd met PVC-mantel of rubber mantel.
10. De kabel voor het vraagbesturingssignaal moet zijn (2 x min. 0,3 mm²),
dubbel geïsoleerd met PVC-mantel of rubber mantel.
11. De kabel voor het SG-signaal moet zijn (3 x min. 0,3 mm²), dubbel
geïsoleerd met PVC-mantel of rubber mantel.
12. De kabel voor de warmte-koude schakeling moet zijn (2 x min. 0,3 mm²),
dubbel geïsoleerd met PVC-mantel of rubber mantel.
13. De kabel voor de schakeling externe compressor moet zijn (2 x min.
0,3 mm²), dubbel geïsoleerd met PVC-mantel of rubber mantel.
Bind de optionele
kabels vast met
deze banden
Bind de optionele
kabels vast met
deze banden
Optionele kabels:
• Kabel externe bediening
• Kabel tanksensor
• Ruimtesensor zone 1
• Kabel sensor buitenlucht
• Kabel
overbelastingsbeveiliging
tank
• Afstandsbedieningskabel
• Sensor buffertank
• Kabel stroomvoorziening 1
• Kabel stroomvoorziening 2
• Binnenunit/Buitenunit aansluitkabel
19