Wanneer niet voldaan wordt aan de normale ventilatie-
eisen, onderbreekt een veiligheidsinrichting de gastoevoer,
waardoor het toestel uitgeschakeld wordt.
C - 2 - Gasfles en drukregelaar:
Dit toestel is ontwikkeld om gebruikt te worden in
combinatie met butagas- of propaanflessen van 11 kg
tot 15 kg voorzien van een geschikte drukregelaar (zie
pagina 3 voor te gebruiken gas en druk).
Gebruik uitsluitend het type gas dat de fabrikant heeft
voorgeschreven.
In Frankrijk, België, Ierland, groot-Brittannië is het
absoluut verboden andere soorten gas dan butagas
te gebruiken.
Voor de montage van de drukregelaar: zie de instructies
van de gebruiksaanwijzing behorende bij de drukregelaar.
Voor het aansluiten of vervangen van de gasfles: ga
altijd te werk in een goed geventileerde ruimte en nooit in
aanwezigheid van een vlam, vonk of andere warmtebron.
C - 3 - Gasslang:
Frankrijk:
Het toestel moet gebruikt worden met een slang voorzien
van een moer met gasdraad G 1/2 aan de kant van het
toestel en een moer met schroefdraad M 20x1,5 aan de
kant van de drukregelaar (Norm XP D 36-112).
De slang moet 0,50 m lang zijn. Hij moet vervangen worden
als hij beschadigd is of scheurtjes vertoont. Niet aan de
slang trekken en hem niet verdraaien. Houd de slang op
veilige afstand van voorwerpen die warm kunnen worden.
Montage van de slang, moeren G 1/2 en M 20x1,5
(Norm XP D 36-112) (zie afb. 2 en 3):
- De gasdichtheid moet gecontroleerd worden volgens de
aanwijzingen van paragraaf D-2.
G 1/2
Toestel
Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk:
Het toestel moet gebruikt worden met een DIN slang
waarvan de kwaliteit geschikt is voor butagas of propaan.
De slang moet 0,5 m lang zijn. Hij moet vervangen worden
als hij beschadigd is of scheurtjes vertoont. Niet aan de
slang trekken en hem niet verdraaien. Houd de slang op
veilige afstand van voorwerpen die warm kunnen worden.
Aansluiten van de slang: voor het aansluiten van de slang
op de ingangskoppeling van het toestel moet de moer
stevig maar niet overmatig aangedraaid worden met 2
geschikte sleutels:
- sleutel nr. 14 om de ingangskoppeling van het
toestel te blokkeren.
- sleutel nr. 17 om de moer van de slang vast te draaien.
Sluit het andere uiteinde aan op de uitgangskoppeling van
de drukregelaar.
- De gasdichtheid moet gecontroleerd worden volgens de
aanwijzingen van paragraaf D-2.
Overige landen:
Het toestel is voorzien van een ringvormige nippel. Het moet
gebruikt worden met een slang waarvan de kwaliteit geschikt
is voor butagas of propaan, overeenkomstig de in het land
van gebruik geldende voorschriften (BS, UNI, UNE, etc....).
De slang moet 0,5 m lang zijn. Hij moet vervangen worden
als hij beschadigd is of scheurtjes vertoont. Niet aan de
slang trekken en hem niet verdraaien. Houd de slang op
veilige afstand van voorwerpen die warm kunnen worden.
- De gasdichtheid moet gecontroleerd worden volgens de
aanwijzingen van paragraaf D-2.
D - AANSLUITING VAN DE GASFLES
Indien de aangesloten gasfles leeg is: zie paragraaf F-
"Demonteren of vervangen van de gasfles".
Voor het installeren of demonteren van een gasfles dient u
altijd te werk te gaan in een goed geventileerde ruimte en
nooit in aanwezigheid van een vlam, vonk of warmtebron
(brandende sigaret, elektrisch apparaat, enz.).
- Open het toestel aan de achterkant (afb. 1 nr. 3)
Opmerking: als het toestel nieuw is, het plastic kabelbinder
(figuur 1 nummer 4), lift en verwijder de achterplaat (3)
D - 1 - Montage van de gasfles:
- Plaats de gasfles op de grond, achter het toestel.
- Controleer of de kraan van de gasfles en/of de knop van
- Schroef of schuif de drukregelaar op de gasfles of op de
- Plaats de gasfles achter het toestel. Let op dat de slang
- Controleer of de slang normaal loopt, zonder verdraaid
- Breng de achterplaat van het toestel weer op zijn plaats
D - 2 - Gasdichtheid:
In geval van gaslek moet de gastoevoer van het
toestel afgesloten worden met behulp van de kraan
van de gasfles en/of de knop van de drukregelaar.
Probeer nooit een lek op te sporen met behulp van
een vlam, gebruik hiervoor een speciale vloeistof
voor het opsporen van gaslekken.
- Breng "speciale vloeistof voor het opsporen van lekken" aan
- Open de gaskraan (kraan op de gasfles en/of knop op
- Als er belletjes komen, is er een gaslek.
- Om het gaslek te verhelpen, moeten de moeren en/of de
- Sluit de kraan van de gasfles.
Belangrijk:
In geval van gaslek of gaslucht moet(en) de kraan
van het gasfles en/of de knop van de drukregelaar
onmiddellijk dichtgedraaid worden. Open de ramen
om het vertrek zo snel mogelijk te luchten. Wend u
M 20x1,5
tot een gespecialiseerde vakman en laat het toestel
nazien en de gasfles op de juiste wijze aansluiten.
De installatie moet ten minste een maal per jaar en bij elke
vervanging van de gasfles op gaslekken gecontroleerd worden.
Drukregelaar
zwart
E - GEBRUIK
VOORZORGSMAATREGELEN:
E - 1 - AANSTEKEN VAN HET TOESTEL:
Nota: De gastoevoer wordt geopend en afgesloten met
de kraan op de gasfles en/of de drukregelaar.
De ontstekingsvonk, de bediening van de gastoevoer
en het afstellen van de verwarmingskracht, wordt op het
controlepaneel rechtsboven van het apparaat in werking
gesteld. (afb. 1 nr. 1) en (afb. 5 merkteken A, B en C)
1- Open de kraan van de gasfles en/of de knop van de
2-a-Model IR 5000 Turbo
Sluit het apparaat elektrisch aan.
Let
voedingsspanning van 230 V 50 Hz. Uw installatie moet
geaard zijn volgens de geldende normen betreffende
elektrische installaties.
- Plaats het apparaat niet vlak onder een stopcontact.
- Gebruik het apparaat niet in de buurt van een bad, een
2-b-Model IR 5000 en IR 5000 Turbo
2-c-Model IR 5000 Thermo
11
de drukregelaar in stand "dicht" staat/staan.
kraan van de gasfles (afb.3 merkteken B).
niet tegen de metalen panelen van het toestel komt en
niet overmatig gebogen of gekneld is.
of uitgerekt te worden.
(afb. 4 merkteken A).
op de aansluitingen gasfles/drukregelaar/slang/toestel.
de drukregelaar) (afb. 4).
bevestigingsbeugels van de slang aangedraaid worden.
Eventuele defecte onderdelen moeten vervangen
worden. Het toestel mag pas in gebruik genomen
worden als alle lekken verholpen zijn.
Plaats het toestel NIET dicht bij een muur, bij
gordijnen, bij een bankstel of een leunstoel.
Leg geen kleding of andere voorwerpen op het toestel.
Verplaats het toestel NIET als het aanstaat.
Het toestel moet ALTIJD naar het midden van het
vertrek gekeerd zijn.
Het toestel moet op een droge plaats staan.
Het beschermrooster van het toestel is ontworpen
om brandgevaar of brandwonden te voorkomen,
en geen enkel onderdeel mag blijvend van het
toestel verwijderd worden. HET ROOSTER IS
GEEN ABSOLUTE BEVEILIGING VOOR KLEINE
KINDEREN OF GEHANDICAPTEN.
drukregelaar en controleer of er een gaslek is.
op:
Het
toestel
is
douche of een zwembad.
Draai de knop (A) in stand (START) en houd hem
gedurende 15 seconden ingedrukt om de gastoevoer
naar de veiligheidsvlam te bewerkstelligen (afb. 5).
Draai de knop (C) in de maximum stand (IIII) en
houd de bedieningsknop (1) gedurende 15 seconden
ingedrukt om de gastoevoer naar de veiligheidsvlam te
bewerkstelligen (afb. 5).
gefabriceerd
voor
een
NL