GEVAAR
Ö Schakel de stroom niet in voordat alle hydraulische en elektrische aansluitingen zijn voltooid.
4.1 WANDMONTAGE
167 mm
4.2 AANSLUITING
4.2.1 Presentatie van de locaties
REGELCIRCUITS
Vrije, potentiaalvrije
SIGNAALCONTACTEN
CONTACTOR
POMP
aansluiting
NETAANSLUITING
4.2.2 Netaansluiting
De kast kan worden aangesloten op een enkelfasige of driefasige voeding (zie Aansluitschema's op pagina 75). Raadpleeg
beslist de aansluitschema's, want er kan een brug nodig zijn (zichtbaar op het schema).
Gebruik de rechter kabelwartel (wanneer u naar de open kast kijkt) om de netkabel door te voeren.
MELDING
Ö De voeding moet worden beveiligd door een alpolige stroomonderbreker (max. 20 A).
4.2.3 Aansluiting van de pompmotor
Het is mogelijk een eenfasige of driefasige pomp, 50 of 60 Hz, aan te sluiten: zie de Aansluitschema's op pagina 75.
Gebruik de linker kabelwartel om de pompkabel door te voeren.
4.2.4 Bedrading van thermoschakelaars
De Control Box ZPS1.3 bedieningskast is voorzien van 2 regelcircuits waarop de thermoschakelaar(s) van de pomp kunnen worden
aangesloten (zie 4.2.1 Presentatie van de locaties) :
- TH1 regelcircuit: Als de pomp is aangesloten op het TH1 regelcircuit, zal in geval van oververhitting de motor
stoppen en een fout worden gesignaleerd. Als de motor voldoende is afgekoeld, start de pomp automatisch weer.
- TH2 regelcircuit: Indien de pomp is aangesloten op het TH2 regelcircuit, zal in geval van oververhitting de motor stoppen. Om
de pomp opnieuw te starten moet de motor zijn afgekoeld en moet de storing worden bevestigd door op de toets
drukken.
De bedieningskast moet binnenshuis worden geïnstalleerd op een vorstvrije en vochtvrije plaats.
Monteer de behuizing op een vlakke ondergrond aan de hand van het schema hiernaast.
Verwijder het voorpaneel van de behuizing om de sleuven te vinden.
DISPLAY
P1
1 1 2 2
3 3 4 4
L1
L2
L3
NO
I
O
NO
T1
T2
T3
TH1TH2
57
EXTERNE
4-20 mA SENSOR
VLOTTER
BESCHERMENDE
GELEIDERS
COMPRESSOR
aansluiting
te