6
ComfoHood
Installatie
■ Sluit de ComfoHood temperatuursensor aan
op connector 4a (zie aansluitschema).
■ Sluit de ComfoHood schakelaar aan op
connector 4b (zie aansluitschema).
■ Sluit de ComfoHood klep aan op connector 4c
(zie aansluitschema).
■ Sluit het toestel aan op de netstroom.
Inbedrijfstelling
Na installatie van de ComfoHood zijn
geen bijkomende instellingen op het
ventilatietoestel vereist. Het is wel mogelijk een
uitschakelvertraging voor het ventilatietoestel in
te stellen via het menu INSTELL. OPTION BOX.
Werking
Het ventilatietoestel gaat naar STAND 3 zodra
de schakelaar wordt gesloten; de klep van de
ComfoHood wordt geopend.
Als de stand handmatig wordt aangepast terwijl
de schakelaar gesloten is, blijft de klep van de
ComfoHood open en keert het ventilatietoestel
terug naar de gekozen stand.
Als in het menu INSTELL. OPTION BOX een
tijd is ingesteld voor het ventilatietoestel, blijft
de klep van de ComfoHood open en blijft het
ventilatietoestel na opening van de schakelaar
gedurende de ingestelde tijd staan in STAND 3.
Veiligheidsfunctie
Als de sensor van de ComfoHood een
temperatuur waarneemt hoger dan 60ºC, sluit
het ventilatietoestel binnen 10 seconden de klep
van de ComfoHood, keert het systeem terug
naar de normale ventilatie STAND en geeft het
scherm van het ventilatietoestel een
HOOD_TEMP ERROR melding.
Als de verbinding met de sensor van de
ComfoHood verbroken wordt, sluit het
ventilatietoestel binnen 10 seconden de klep van
de ComfoHood, keert het systeem terug naar de
normale ventilatie STAND en geeft het scherm
van het ventilatietoestel een HOOD_CONNECT
ERROR melding.
2
Alleen leverbaar in Zwitserland
5 N.v.t. op Option Box V2 Lite
10 - NL
2, 5
Het toestel is optioneel uitgerust
met een functie om veilig en snel
kookluchtjes en vocht uit de
keuken af te voeren. Zet
daarvoor de afzuiging op STAND
3; de klep in de ComfoHood
afzuigkap wordt geopend.
7
Storingscontact
Het toestel is optioneel uitgerust met een
potentiaalvrij storingscontact dat op
afstand de aanwezigheid van een storing in
het ventilatietoestel aangeeft.
Installatie
Sluit een foutmelder (bijv. led) en
bijbehorende voeding aan op connector 5 (zie
aansluitschema). Eventueel kunt u daarvoor
een van de voedingen voor de 0-10 V ingangen
gebruiken. (GND naar ERR 1 – ERR 2 naar
foutmelder – foutmelder naar 12V).
Inbedrijfstelling
Na installatie van het storingscontact zijn geen
bijkomende instellingen op het ventilatietoestel
vereist.
Werking
Het ventilatietoestel sluit connector 5 als zich
een storing voordoet in het ventilatietoestel.
8
ComfoFond-L Q5
Het toestel is optioneel uitgerust met
een aardwarmtewisselaar om de
buitenlucht voor te verwarmen of af te
koelen. De ComfoFond-L Q is een
gesloten lucht-vloeistof
aardwarmtewisselaar die speciaal is
ontwikkeld voor het ventilatietoestel.
Installatie
■ Sluit de ComfoFond-L Q pomp aan op
connector 6b (zie aansluitschema).
■ Sluit de ComfoFond-L Q buitentemperatuur-
sensor aan op connector 6a (zie
aansluitschema).
■ Sluit het toestel aan op de netstroom.
Inbedrijfstelling
Na installatie van de ComfoFond-L Q zijn geen
bijkomende instellingen op het ventilatietoestel
vereist.
Werking
Het ventilatietoestel stuurt connector 6b
(pomp) aan met de informatie ontvangen
van connector 6a (temperatuursensor). In
de eerste twee minuten na het inschakelen
van het ventilatietoestel heeft de sensor nog
niet voldoende informatie verzonden om te
bepalen of de ComfoFond-L moet worden
ingeschakeld. Daarom blijft de ComfoFond-L
minimaal twee minuten uit na het inschakelen