Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NL
3. Gebruik van de tafelringen
Om de afstand tussen tafel en spindel tot een minimum te beperken, moeten de tafelringen worden
gebruikt. Controleer vóór het inschakelen van de machine systematisch de meegeleverde tafelringen
op hun juiste zitting.
Controleer of u de juiste ring voor het betreffende snijgereedschap en de inbouwhoogte ervan heeft
gekozen, om de kans op kantelen van het werkstuk bij het passeren van de opening te verkleinen.
Het reductiestuk (tafelring) moet de snijkop zo ver mogelijk omsluiten.
8. Aanpassingen
Pas het aantal omwentelingen aan Afb. 17, 20
De snelheidsaanpassing van de machine bestaat uit 6 fasen.
• Bepaal het optimale aantal omwentelingen door een monster uit een stuk afvalmateriaal te
snijden.
Let op : Het gebruik van het juiste toerental verlengt de levensduur van de boormachine. Het
beïnvloedt ook het bewerkte oppervlak van het werkstuk.
Stel de sponning af, Afb. 18, 19
• De sponning moet worden gestopt op de maat van het werkstuk en het freesgereedschap.
• Draai de 2 plastic dopschroeven (b) aan de achterkant van de langsgeleiding los.
Stel de aanslagen en drukinrichtingen zo in dat ze een veilige geleiding van het werkstuk aan het
in- en uitvoergedeelte van de machine garanderen.
• Duw de sponning naar achteren of naar voren van de gewenste positie. Gebruik schaal (c) op de
tafel om de afstand te bepalen en noteer het boorcentrum.
• Draai de 2 plastic dopschroeven (Fig. 19, b) aan de achterkant opnieuw vast om de langsgeleider in
deze positie te houden.
Pas de sponning aan op fouten, Afb. 18, 19
• Fout van hout is het materiaal van hout dat achterblijft uit de boor en dunner dan het materiaal
aan de rechterkant naar buiten komt.
• De linker langsgeleider moet aangepast worden aan het dunnere materiaal. Het ondersteunt het
materiaal en zorgt voor een nauwkeurigere snede. Draai hiervoor de kunststof dopschroeven los,
duw de langsgeleiding naar voren en draai deze vast.
Publicidad
