3.2 INSTELLING VAN DE
OOGAFSTAND
Om één enkel rond beeld te zien moet u
de beide helften van de verrekijker zo ver
uit elkaar trekken tot er geen storende scha-
duwen meer optreden.
3.3 INSTELLING VAN DE
BEELDSCHERPTE
3.4 DIOPTRIE-CORRECTIE
Om een optimale beeldkwaliteit te bereiken
moet het eventueel verschillende gezichts-
vermogen tussen het linker en het rechter
oog worden gecompenseerd.
62
CL COMPANION HABICHT / NL
CL COMPANION HABICHT / DE
Door draaien van het
scherpstelwieltje kunt u
elk object van de kort-
ste instelafstand (zie
technisch gegevens-
blad) tot oneindig
scherp stellen.
Gebruik bij verschillend gezichtsvermogen
van beide ogen:
1. Kijk met het linker oog door het linker ocu-
lair en stel met het scherpstelwieltje de
beeldscherpte van een gekozen object
in.
2. Kijk nu met het rechteroog door het
rechteroculair naar hetzelfde object en
stel met de dioptrie-correctie de optimale
beeldscherpte in. Druk daarvoor op de
dioptrie-correctie aan het tandwieltje en
draai ze naar rechts of links totdat het
beeld scherp is.
CL COMPANION HABICHT / NL
CL COMPANION HABICHT / DE
Gebruik bij gelijk ge-
zichtsvermogen van
beide ogen:
De dioptrie-correctie
is ingesteld op „nul".
63