INSTELLING VIRTUELE/UNIVERSELE AANSLUITING
2. Definieer op basis van uw
toepassingsparameters
configuratietabbladen A en B.
16
De standaardinstellingen werken goed voor
de eerste inbedrijfstelling, maar specifieke
toepassingsparameters, sproeiermaten en
machinedetails moeten worden gedefinieerd.
Wanneer in de schermen van de virtuele/universele
aansluiting systeeminstellingen gewijzigd worden,
moet u terugkeren naar het scherm 'HOME' (start)
om de wijzigingen op te slaan.
1. Open het scherm Virtual/Universal Terminal
(virtuele/universele aansluiting).
PROSTOP-E ISOBUS MODULE SYSTEM