Afbeelding 3.
2. Normaal gebruik
Open de inlaat en uitlaat van de buitenboordkraan (en secundaire
ventielen indien deze zijn gemonteerd).
Kijk voor u het toilet in gebruik neem of er voldoende water zit
in de toiletpot om te voorkomen dat er toiletpapier komt vast te
zitten onderaan in de pot.
• Als de toiletpot leeg is, draai dan de spoelbedieningshendel
(item 23) open
17) tot de spoelpomp onder druk is en er water komt in de pot.
Sluit de spoelbediening.
• Bedien de pomp met lange zachte halen voor een efficiënt en
gemakkelijk gebruik.
• Tijdens het gebruik pompt u zo vaak als nodig is om de inhoud
van de toiletpot laag genoeg te houden voor een comfortabel
gebruik.
• Gebruik hard of zacht huishoudtoiletpapier van goede kwalite-
it, maar gebruik niet meer dan nodig is.
• Houd de spoelbediening na gebruik gesloten en pomp tot de
toiletpomp helemaal leeg is.
• Zodra de pot leeg is, opent
opnieuw en blijft u pompen tot alle afval ofwel de boot heeft
verlaten of in de opslagtank is opgenomen (doe 7 volledige
op-en-neer bewegingen per meter lengte afvoerleidingsys-
teem).
Sluit vervolgens de spoelbediening en pomp verder tot de
toiletpot leeg is. Zorg ervoor dat de toiletpot altijd leeg is om geur
en lekkage zoveel mogelijk te vermijden.
NA GEBRUIK:
• SLUIT DE SPOELBEDIENING
• SLUIT BEIDE BUITENBOORDKRANEN
GEVAAR: onopzettelijke schade.
38 mm (1-1/2")
GEVENTILEERDE LUS
ONTLAAD
ELLEBOOG
en pomp met de handgreep (item
u de spoelbediening
BEVESTIGINGSTANK-ONTLUCHTINGSLEIDINGEN
OPTIE 3
BOVENKANT VAN DE
OPSLAGTANK BOVEN DE
UITVOER-ELLEBOOG OP ELK
MOMENT
UITVOER-ELLEBOOG OP ELK
Als het toilet is aangesloten op EEN rompdoorvoer die zich op elk
moment onder de waterlijn bevindt en als het toilet of de leidin-
gen zijn beschadigd, kan er water naar binnen stromen waardoor
het vaartuig kan zinken, wat tot de dood kan leiden.
Daarom MOETEN beide buitenboordkranen (of secundaire
ventielen) na elk gebruik worden afgesloten.
Wanneer uw vaartuig onbeheerd wordt achtergelaten, ook al is
het maar voor korte tijd, MOETEN beide buitenboordkranen dicht
zijn (zelfs als er secundaire ventielen zijn geïnstalleerd).
• Zorg ervoor dat ALLE gebruikers begrijpen hoe ze de toiletsys-
temen correct en veilig moeten bedienen, inclusief de buitenboor-
dkranen en secundaire ventielen.
• Besteed extra aandacht aan de uitleg aan kinderen, ouderen en
bezoekers.
SLUIT DE BUITENBOORDKRANEN!
OPMERKING: Gooi niets in het toilet tenzij u het zelf eerst hebt
opgegeten. Enige uitzondering is toiletpapier. Gooi dus geen
maandverband, natte doekjes, katoenbolletjes, sigaretten,
lucifers, kauwgom of andere vaste voorwerpen, benzine, diesel,
olie, solventen of andere zaken als meer dan lauwwarm water
in het toilet.
3. Reiniging
OPGELET: Gebruik GEEN agressieve chemische
middelen zoals aceton of bleekmiddel, hierdoor
kunnen de plastic onderdelen barsten en de
emaillaag op de zitting en bril kunnen afbladderen.
37
TEN MINSTE
20 cm
OPTIONEEL: 38 mm (1-1/2")
GEVENTILEERDE LUS
TEN MINSTE
30 cm
OPTIE 3
BOVENKANT VAN DE
OPSLAGTANK BOVEN DE
MOMENT