•
De omgeving waarin de trampoline wordt gebruikt, moet goed verlicht zijn.
•
Plaats geen voorwerpen onder de trampoline.
•
De trampoline mag niet in de nabijheid van andere vrijetijdsapparaten en -constructies
worden gebruikt.
•
Gebruik ter bescherming van uw handen handschoenen bij het monteren of demonteren.
1.5 Extra tips
•
Voor extra stabiliteit kunt u zandzakken op de poten van de trampoline plaatsen. Zo wordt
voorkomen dat de trampoline omslaat als er zijwaartse kracht op wordt uitgeoefend.
•
Niet gebruiken tijdens de zwangerschap.
•
Niet gebruiken bij hoge bloeddruk.
•
Spring op blote voeten. Draag geen schoeisel. Dit veroorzaakt schade aan de springmat die
niet door de garantie wordt gedekt.
•
Niet roken
•
Leg geen brandende sigaretten, op de trampoline en plaats er geen huisdieren, scherpe
voorwerpen, of andere vreemde voorwerpen op.
•
Gebruik de trampoline niet onder invloed van alcohol of drugs.
•
Zit of leun niet op de afdekkussens, ze moeten soepel met de springmat mee kunnen
bewegen. Zorg ervoor dat kleine kinderen zich niet aan de afdekkussens op de trampoline
kunnen optrekken. Scheuren in stiksel veroorzaakt doordat afdekkussens niet kunnen
functioneren, vallen niet onder de garantie.
•
Plaats de trampoline op een vlakke ondergrond. Bij voorkeur op gras. Het frame wordt extra
belast als de trampoline op een harde ondergrond wordt geplaatst. Op den duur veroorzaakt
dit schade die niet door de garantie wordt gedekt. De trampoline op een ongelijk oppervlak
plaatsen, kan tot gevolg hebben dat deze kantelt.
•
Stel de trampoline niet bloot aan contact met open vuur.
•
Beveilig de trampoline tegen niet-toegestaan gebruik.
•
Niet gebruiken als de trampoline nat is.
•
Bij veel wind moet de trampoline worden verankerd of gedemonteerd en opgeborgen.
WAARSCHUWING
1. Zorg er voor het springen voor dat de rits van het veiligheidsnet 100% gesloten is en dat alle drie
de haakjes van de toegang weer zijn aangehaakt.
2. Spring niet opzettelijk in het veiligheidsnet, het is alleen bedoeld om te voorkomen dat personen
van de trampoline vallen. Bij opzettelijk in het veiligheidsnet springen, kan de trampoline kantelen
of het net beschadigen. Misbruik van het veiligheidsnet wordt beschouwd als nalatig gebruik dat
niet onder de garantie valt. Zie de disclaimer.
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR TRAMPOLINES
•
Elke trampolinegebruiker heeft een toezichthouder nodig. Dit, ongeacht de leeftijd en ervaring
van die gebruiker.
•
De veiligheidsinstructies van de trampoline moeten altijd in acht worden genomen en opgevolgd.
•
Voer geen salto´s uit. Ongelukkig op de trampoline terechtkomen kan tot letsel leiden. Dit, met
name aan rug, nek of hoofd. Dit kan verlamming of zelfs de dood tot gevolg hebben.
•
Slechts één persoon mag de trampoline tegelijk gebruiken. Meerdere gebruikers op de
trampoline verhogen het risico op botsingen.
•
De trampoline moet vóór elk gebruik worden gecontroleerd op beschadigde, versleten of defecte
onderdelen, omdat die de algemene veiligheid van de trampoline in gevaar kunnen brengen.
De beschadigde, versleten of defecte onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen. In de
tussentijd moet de trampoline ontoegankelijk worden gemaakt.
•
Bij het springen op de trampoline mag geen kleding met haken of onderdelen worden gedragen,
om te voorkomen dat deze blijven haken.
•
De trampoline mag alleen worden opgesteld op een vlakke, niet-gladde ondergrond.
•
Sterke wind kan de trampoline omblazen. Als er harde wind wordt verwacht. Verplaats de