Montage
een elektrotechnisch deskundige worden uit-
gevoerd.
■
Als de voedingskabel beschadigd is moet hij
door de fabrikant, zijn klantenservice of een
soortgelijk gekwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaren te voorkomen.
4 MONTAGE
4.1
Pomp plaatsen
1. Vlakke en stevige standplaats voorbereiden.
2. Pomp horizontaal en veilig voor overspoeling
splaatsen.
■
De pomp moet beschermd zijn tegen regen
en eventuele rechtstreekse waterstralen.
4.2
Aansluiten van aanzuigleiding
OPMERKING Wij adviseren om flexibele lei-
dingen aan de pompingang te monteren. U voor-
komt zo dat er mechanische druk of trekkracht op
de pomp wordt uitgeoefend.
1. Kies de lengte van de zuigleiding zo, dat de
pomp niet kan drooglopen. De zuigleiding
moet zich altijd ten minste 30 cm onder het
wateroppervlak bevinden.
2. Zuigleiding aansluiten. Let op een dichte aan-
sluiting zonder de schroefdraad te beschadi-
gen.
3. De zuigleiding moet altijd omhoog lopend
worden gemonteerd.
OPMERKING Als de aanzuighoogte meer is
dan 4 m, moet een zuigslang met een diameter
van meer dan 1" worden gemonteerd. Wij raden
het gebruik aan van een AL-KO aanzuigset met
aanzuigslang, aanzuigkorf en terugstroomafslui-
ter. Informeer bij uw vakhandel.
4.3
Monteren van drukleiding
1. Verbindingsnippel (15) met de ronde afdicht-
ring (16) in de pompuitgang (3) draaien.
2. Elleboogstuk (13) met afdichting (14) op de
verbindingsnippel (15) draaien en het elle-
boogstuk in de gewenste richting draaien.
3. Drukleiding (12) aan het elleboogstuk (13)
bevestigen.
4. Alle in de drukleiding aanwezige afsluiters
(kleppen, sproeier, waterkraan) openen.
467774_j
5 INBEDRIJFSTELLING
5.1
Pomp vullen
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! Bij drooglopen raakt de pomp beschadigd!
■
De pomp moet vooraf aan elk gebruik steeds
worden gevuld met water tot hij overloopt, zo-
dat hij direct kan aanzuigen.
OPMERKING Om de aanzuigtijd te verkor-
ten moet de zuigslang met water worden gevuld
voordat u deze aankoppelt.
1. Vulplug met filtersleutel openen.
2. Vul het pomphuis via de vulplug met water tot
het pomphuis vol is.
3. Vulplug indraaien.
6 BEDIENING
6.1
Aanzetten van de pomp
1. Alle in de drukleiding aanwezige afsluiters
(klep, sproeier, waterkraan) openen.
2. Stekker van de aansluitkabel in het stopcon-
tact steken.
3. De pomp met de aan-/uitschakelaar inscha-
kelen.
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! Een gesloten drukleiding kan schade aan
de pomp veroorzaken!
■
Laat de pomp nooit draaien terwijl de druklei-
ding is afgesloten.
6.2
Pomp uitschakelen
1. De pomp na gebruik met de aan-/uitschake-
laar uitschakelen.
2. Alle in de persleiding aanwezige afsluiters
dicht zetten.
VOORZICHTIG! Risico op letsel door
heet water Als de pomp langdurig (> 10 minuten)
moet draaien tegen een gesloten drukzijde in,
kan het water in de pomp aanzienlijk worden ver-
hit en onverwacht naar buiten spuiten!
■
Haal de stekker uit het stopcontact en laat
pomp en water afkoelen.
■
Neem de pomp pas weer in gebruik nadat al-
le storingen zijn verholpen!
Risico op letsel door heet water kan ontstaan
door:
■
ondeskundig uitgevoerde installatie,
■
gesloten drukzijde,
25