Accu laden
Veiligheid
Gevaar van een niet-bewaakte accu tijdens de onderhoudslading.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken, vooral door kortsluitingen, lichtbogen en
knalgasexplosies.
► Controleer volgens de aanwijzingen van de accufabrikant of door minstens één weke-
► Start het bedrijf van het apparaat niet of stop het onmiddellijk en laat de accu door een
Gevaar van knalgasontbranding door vonkvorming bij het te snel losmaken van de
laadkabels.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
► Druk, voordat u de laadkabels losmaakt, op de toets Stop / Start om het laadproces te
Laadproces star-
ten
Gevaar bij het laden van een defecte accu of bij een onjuiste laadspanning.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
► Vóór het begin van het laadproces vaststellen of de te laden accu volledig functioneert
1
Gevaar door verkeerd aangesloten laadklemmen.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
► Laadklemmen op de juiste polen aansluiten en op correcte elektrische verbinding met
2
3
4
168
WAARSCHUWING!
lijkse visuele controle of de accu tot de max. markering met zuur is gevuld.
geautoriseerde vakgarage controleren bij:
een ongelijkmatig zuurniveau of een hoog waterverbruik in afzonderlijk cellen,
ongeoorloofde verwarming van de accu boven 55 °C (131 °F).
WAARSCHUWING!
beëindigen.
VOORZICHTIG!
en of de laadspanning van het apparaat overeenkomt met de accuspanning.
Sluit de netkabel aan op het laadapparaat en op het stroomnetwerk
–
Het laadapparaat bevindt zich in nullast
–
Het lampje Bedrijfsklaar brandt
WAARSCHUWING!
de accupolen letten.
Bij boordnetten van voertuigen het contact en alle overige stroomverbruikers uitscha-
kelen
Laadkabel (rood) met de pluspool (+) van de accu verbinden
Laadkabel (zwart) met de minpool (-) van de accu verbinden