(b) Instellen van de boorgatdiepte
Trek de afsteller op de handgreep in de richting
van de pijl om de vergrendeling los te maken en
verplaats deze naar de gewenste positie voor het
bepalen van de slag en duw de afsteller in de
tegenovergestelde richting van de pijl om te
vergrendelen.
De afgelegde afstand van het mondstuk wanneer
het uiteinde van het mondstuk overeenkomt met
het uiteinde van het boorstuk is de boorgatdiepte.
(Afb. 11)
De maximum boorgatdiepte bij het gebruik van
de stofverzamelaar is 85 mm.
Wanneer de stofverzamelaar wordt gebruikt is het
mogelijk HITACHI boorstukken te gebruiken met
een diameter van 4 mm tot 18 mm en met een
effectieve lengte tot 100 mm.
Capaciteit van stofverzameldoos
Aanwijzing voor het vervangen
van de stofverzameldoos
(5) Vervangen van de rubber dop
Slijtage van de rubber dop vermindert de effectiviteit
van de stofverzamelaar.
Vervang de rubber dop wanneer deze versleten is.
Vervangen van de rubber dop (Afb. 14)
(1) Verwijder de mondstukafdichting van het mondstuk.
(2) Vervang de rubber dop door een nieuwe.
Monteer de rubber dop waarbij u er goed op let dat
deze juist gericht is.
(3) Bevestig de mondstukafdichting.
Steek de lip van de mondstukafdichting stevig in de
groef van het mondstuk.
Let erop dat de groef tussen het mondstuk en de
mondstukafdichting rondom gelijk is.
4. Wanneer de stofverzamelaar niet wordt gebruikt
Wanneer de boorhamer gebruikt wordt zonder de
stofverzamelaar, de meegeleverde afdekking in de
bevestigingsopening van de stofverzamelaar
aanbrengen. (Afb. 15).
LET OP
Als er geen afdekking is aangebracht, kunnen stof en
andere verontreinigingen via het gat naar binnen
worden gezogen, met beschadiging van de motor als
gevolg.
5. Alleen draaien
OPMERKING
De stofverzamelaar kan niet worden gebruikt.
Verwijder de stofverzamelaar en steek de
meegeleverde afdekking in de bevestigingsopening
van de stofverzamelaar.
LET OP
Als er geen afdekking is aangebracht, kunnen stof en
andere verontreinigingen via het gat naar binnen
worden gezogen, met beschadiging van de motor als
gevolg.
Door op de druktoets te drukken en de keuzehendel
naar de
markering te draaien, kan deze boorhamer
(3) Boren van gaten
Houd bij het boren van gaten de boorhamer zo dat
het uiteinde van het mondstuk in contact komt met
het betonoppervlak. De effectieve werking van de
stofverzamelaar wordt verminderd als deze niet in
contact komt met het oppervlak (Afb. 12).
(4) Verwijderen van stof
Teveel stof in de stofverzameldoos vermindert de
effectieve werking van de stofverzamelaar. Leeg de
stofverzameldoos regelmatig.
Duw tegen de hendel om de stofverzameldoos van
de stofverzamelaar te verwijderen en leeg en reinig
de doos (Afb. 13).
De effectiviteit van de stofverzamelaar is minder als
het filter in de stofverzameldoos verstopt raakt.
Gebruik de onderstaande tabel als gids voor het
vervangen van de stofverzameldoos.
Boordiameter van 6 mm / diepte van 28 mm: 130 gaten
Boordiameter van 8 mm / diepte van 30 mm: 75 gaten
Boordiameter van 12 mm / diepte van 50 mm: 20 gaten
Stofverzameldoos is 100 maal gevuld en geledigd
in de functie voor uitsluitend roteren worden gesteld.
(Afb. 16)
Draai lichtjes met de greep en controleer dat ze vastzit
met een klik.
Ga als volgt te werk voor het boren in hout of metaal
met behulp van de boorkop en boorkopadaptor (extra
toebehoren).
Bevestigen van de boorkop en boorkopadaptor:
(Afb. 17)
(1) Bevestig de boorkop aan de boorkopadapter.
(2) Het onderdeel van de SDS Plus schacht is hetzelfde
als een boorstuk. Zie daarom het gedeelte „Bevestigen
van het boorstuk" om dit deel te bevestigen.
LET OP:
Het is niet nodig met kracht tegen de boorhamer te
drukken. Dit resulteert in slijtage van de punt van het
boorstuk en een kortere levensduur van de
boorhamer.
Bij het terugtrekken van de boor uit het geboorde
gat, is het mogelijk dat het boorstuk breekt. Ga daarom
voorzichting te werk bij het terugtrekken.
Probeer geen ankergaten te boren of gaten in beton
terwijl de machine in de „alleen draaien" functie is.
Probeer de boorhamer niet te gebruiken in de draai-
en slagfunctie terwijl de boorkop en de
boorkopadapter zijn bevestigd. Dit zal de levensduur
van de diverse onderdelen van de machine aanzienlijk
verkorten.
6. Drijven van machineschroeven (Afb. 18)
Steek eerst het schroefstuk in de aansluitbus die zich
aan het uiteinde van het kopadaptor (D) bevindt.
Bevestig vervolgens het kopadaptor (D) op het
apparaat zoals beschreven in 4 (1), (2), (3). Plaats de
top van het schroefstuk in de gleuven van de kop van
de schroef. Pak het apparaat stevig beet en draai de
schoef vast.
LET OP:
Zorg ervoor dat de schroef niet al te lang wordt
aangedraaid, omdat de schroef beschadigd zou
kunnen worden.
Nederlands
48