Herstellen van de fabrieksinstellingen
11 Herstellen van de
fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen van het
apparaat kunnen worden hersteld.
Hierbij gaan alle instellingen ver-
loren.
Om de fabrieksinstellingen van het
apparaat te herstellen, gaat u als volgt
te werk:
• Trek de klep van het batterijvak (E)
eraf
(zie
afbeelding).
• Verwijder een van de batterijen.
• Plaats de batterij terug volgens de
polariteitsmarkeringen. Houd te-
gelijkertijd de systeemknop (C)4
seconden ingedrukt tot de ap-
paraatled (C) snel oranje begint te
knipperen.
• Laat de knop weer los.
• Druk nogmaals 4 seconden op de
knop totdat de apparaatled (C)
groen oplicht.
• Laat de knop weer los om het her-
stellen van de fabrieksinstellingen
te voltooien.
Het apparaat voert een herstart uit.
12 Onderhoud en reiniging
Het apparaat is voor u, afgezien
van een eventuele vervanging van
de batterij, onderhoudsvrij. Laat
het onderhoud of reparaties over
aan een vakman.
Reinig het apparaat met een zachte,
schone, droge en pluisvrije doek. Voor
het verwijderen van sterke verontreini-
gingen kan de doek licht met lauw wa-
ter worden bevochtigd. Gebruik geen
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen. Deze kunnen de kunststof kast
en opschriften aantasten.
Controleer regelmatig de techni-
sche veiligheid van het product,
bijvoorbeeld op schade aan de
behuizing. Als aangenomen moet
worden dat een veilige werking
niet meer mogelijk is, schakel het
apparaat dan uit. Verwijder de bat-
terijen om het apparaat te beveili-
gen tegen onbedoeld gebruik.
Veilig gebruik is onder bepaalde om-
standigheden niet meer mogelijk als
het apparaat
• zichtbare schade heeft,
• niet meer goed werkt,
• voor langere tijd onder ongunsti-
ge omstandigheden opgeslagen is
geweest of
• tijdens het transport aan hoge be-
lastingen werd blootgesteld.
Als het apparaat langere tijd niet
wordt gebruikt (bijvoorbeeld tij-
dens opslag), verwijder dan de
geplaatste batterijen om schade
door lekkende batterijen te voor-
komen.
13 Algemene instructies voor
de draadloze werking
De draadloze communicatie wordt via
een niet-exclusief communicatiekanaal
gerealiseerd, zodat storingen niet kun-
nen worden uitgesloten. Andere sto-
rende invloeden kunnen afkomstig zijn
van schakelprocessen, elektromotoren
of defecte elektrische apparaten.
96