4.
Druk op de toets en kies het gewenste aantal. Het
aangegeven cijfer verandert snel als u de toets inge-
drukt houdt. Om het gekozen eerste cijfer vast in te
stellen, drukt u de trekkerschakelaar even in en laat
u die los.
5.
Het lampje aan de rechterkant van de aanduiding
knippert en dan kunt u het tweede cijfer van het aan-
tal wijzigen.
6.
Druk op de toets en kies het gewenste aantal. Het
aangegeven cijfer verandert snel als u de toets inge-
drukt houdt. Om het gekozen tweede cijfer vast in te
stellen, drukt u de trekkerschakelaar even in en laat
u die los.
7.
Voor het vastleggen van het gekozen aantal drukt u
de trekkerschakelaar in terwijl u de aanduidingstoets
indrukt. Daarmee wordt het totale aantal slagen
direct vastgelegd.
Om het aantal slagen aan te passen, drukt u de trek-
kerschakelaar in zonder de aanduidingstoets in te
drukken, zodat u terugkeert naar stap 3 hierboven.
Bevestigen van het huidige ingestelde aantal
Om het huidige ingestelde aantal te controleren, drukt u
de trekkerschakelaar eenmaal in en laat u die los en dan
drukt u op de aanduidingstoets.
Relatie tussen vooringesteld aantal en actie
Vooringe-
Met de klok mee
steld
draaien
aantal
Instelling automa-
0
tisch afslagmecha-
nisme werkt niet.
Na een aantal slag
[aantal slagen (voor-
ingesteld aantal x 2) x
0,02] seconden.
Groen lampje gaat
aan.
Uitschakelen vóór sla-
01 – 99
gen [aantal slagen
(vooringesteld aantal
x 2) x 0,02] seconden.
Rood lampje gaat
branden.
Vervolgens gaat het
lampje uit.
003611
OPMERKING:
• Gebruik het vooringesteld aantal als richtlijn. Om het
aandraaikoppel te behouden, verandert het aantal sla-
gen automatisch afhankelijk van de resterende batterij-
capaciteit.
Aanduidingslampje (Fig. 8)
• Nadat het aantal slagen is ingesteld, licht het aandui-
dingslampje groen op.
• Het lampje licht rood op als u de trekkerschakelaar
loslaat voordat het gekozen aantal slagen is vastge-
legd. Dat geeft aan dat de instelling nog niet voltooid is.
• Wanneer het automatische afslagmechanisme werkt,
licht het aanduidingslampje rood op wanneer u de trek-
kerschakelaar indrukt.
30
Tegen de klok in
draaien
Instelling automa-
tisch afslagmecha-
nisme werkt niet.
Instelling automa-
tisch afslagmecha-
nisme werkt niet.
Aanduidingslampje
gaat uit.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Keuze van de juiste sok
Gebruik altijd een sok van de juiste maat voor het vast-
draaien van bouten en moeren. Het gebruik van een sok
van een onjuiste maat zal een onnauwkeurig of onregel-
matig aantrekkoppel en/of beschadiging van de bout of
moer tot gevolg hebben.
Aanbrengen en verwijderen van de sok
1.
Voor een sok zonder O-ring en pen (Fig. 9)
Installeer de sok door deze op het draaistuk van het
gereedschap te duwen totdat de sok op zijn plaats
vastklikt.
Om de sok te verwijderen, trekt u deze gewoon eraf.
2.
Voor een sok met O-ring en pen (Fig. 10)
Verwijder de O-ring uit de groef in de sok en verwij-
der de pen uit de sok. Schuif de sok over het draai-
stuk van het gereedschap zodat het gat in de sok op
één lijn komt met het gat in het draaistuk. Steek de
pen door het gat in de sok en in het draaistuk. Breng
de O-ring weer op zijn oorspronkelijke plaats in de
groef aan, zodat de pen op zijn plaats wordt gehou-
den. Om de sok te verwijderen, voert u deze proce-
dure in omgekeerde volgorde uit.
BEDIENING
[*1] Het is niet mogelijk om het aantal slagen in te stellen
op meer dan 200 slagen (4 seconden).
[*2] De aandraaitijd loopt vanaf het moment dat u de trek-
kerschakelaar volledig indrukt.
LET OP:
• Houd het gereedschap stevig vast en plaats de sok
over de bout of moer. Schakel het gereedschap in en
ga vastdraaien met de juiste aandraaitijd en het geko-
zen aantal slagen (vooringesteld aantal).
• Als het gereedschap lang achtereen blijft draaien totdat
de accu geheel leeg is, laat u het gereedschap dan
eerst 15 minuten ongebruikt liggen, voordat u doorgaat
met een verse accu.
Het juiste aantrekkoppel kan verschillen afhankelijk van
het soort en de maat van de bout, het materiaal van het
te bevestigen werkstuk, enz. De verhouding tussen het
aantrekkoppel en de aandraaitijd is aangegeven in de
afbeeldingen. (Fig. 11, 12, 13 en 14)
OPMERKING:
• Bij het vastdraaien van een bout van formaat M8 of
kleiner, dient u de trekkerschakelaar voorzichtig in te
drukken, om de schroef niet te beschadigen.
• Houd het gereedschap loodrecht op de bout of moer,
zonder al te veel kracht op het gereedschap uit te oefe-
nen.
• Een buitensporig hoog aantrekkoppel kan de bout/
moer of sok beschadigen. Voordat u aan het werk gaat,
dient u altijd even proef te draaien, om de juiste aan-
draaitijd voor uw bout of moer te bepalen. Vooral voor
bouten kleiner dan M8 dient u dit proefdraaien te ver-
richten om problemen met de sok of de bout e.d. te ver-
mijden.