De flitser aan zetten
Zet de aan/uit-schakelaar op
ON (aan).
Wanneer de flitser aan staat,
verschijnen de indicators op het
LCD-scherm.
Flitser opladen
Wanneer u deze flitser aan zet, zal
de flitser direct beginnen op te
laden.
Wanneer de flitser helemaal is
opgeladen, zal de TEST-knop aan
de achterkant van de flitser oranje
oplichten.
Als u bovendien [ON] (Aan) heeft
ingesteld voor [
op het MENU-scherm, kunt u de
flitser een piepsignaal laten geven
wanneer hij volledig opgeladen is.
Stroomspaarstand
• Als er 3 minuten of langer niets
gedaan wordt met de flitser
terwijl deze alleenstaand of op
een camera wordt gebruikt in
een stroomspaarstand, zal het
LCD-scherm automatisch uit
gaan om de batterijen te sparen.
NL
16
BEEP] (Pieptoon)
• Bij draadloze flitsfotografie met
de flitser los van de camera, gaat
de flitser na 60 minuten in de
stroomspaarstand.
• Als de aan/uit-schakelaar
van de aangesloten camera*
uit wordt gezet, wordt de
flitser automatisch in de
stroomspaarstand gezet.
* Behalve de DSLR-A100
• U kunt op de MENU-knop
drukken en [POWER SAVE]
(Stroomspaarstand) selecteren
om de gewenste tijd in te
stellen, of [WL POWER SAVE]
(WL-stroomspaarstand) om de
gewenste tijd voor draadloze
flitsfotografie in te stellen.
Controleren van het
resterende
batterijvermogen
Wanneer de batterijen leeg raken,
zal de batterij bijna-leeg-indicator
verschijnen op het LCD-scherm om
u te waarschuwen.
Wanneer
knippert:
Het is aanbevolen de batterijen te
vervangen. De flitser kan in deze
staat echter nog steeds gebruikt
worden.