14 Touch-display instellingen
14.1 Contrasten
Het contrast in het aanraakscherm kan in drie
stappen worden ingesteld.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
keuzemenu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets
x
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
CONTRAST
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
BRIGHTNESS
toets
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets
High
Middle
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
132
D
, dat het
SERVICE
.
en kies „CONTRAST" uit.
CONTRAST
.
High
voor hoog contrast.
voor gemiddeld contrast of op.
LOW
voor laag contrast.
14.2 Brightness (Helderheid)
De helderheid van het aanraakscherm kan in
drie stappen worden ingesteld.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
keuzemenu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
SERVICE
toets
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
BRIGHTNESS
uit.
ROTATION
• Druk in het aanraakscherm op de toets
BRIGHTNESS
High
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets
High
voor maximale helderheid.
Middle
voor gemiddelde helderheid of op.
LOW
voor lage helderheid.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
D
, dat het
.
en kies „BRIGHTNESS"
.