flits geactiveerd. De autofocus-schijnwerper straalt dan een streepmotief
uit, dat op het onderwerp wordt geprojecteerd. Op dit streeppatroon kan
de camera dan automatisch scherpstellen.Wordt een SCA 300-autofocus-
adapter gebruikt, dan wordt uitsluitend de in de adapter ingebouwde
autofocus-meetflits geactiveerd.
• Flitsen met programautomatiek
Sommige camera's meten in de stand „Program" het gemengde omge-
vings- en flitslicht. De camera stelt automatisch een tijd-/ diafragmacombi-
natie in en stuurt de flitser volgens de TTL-methode. Daardoor is een uiterst
eenvoudige bediening van de apparatuurcombinatie mogelijk.
Bij gebruik van een SCA-3002 adapter zijn alle SCA-300 functies mogelijk
met bovendien:
• TTL-invulflitsregeling
x
Sommige systeemcamera's bieden naast de TTL-flitsregeling nog de moge-
lijkheid van de TTL-invulflitsregeling. Deze functie wordt vooral gebruikt bij
daglichtopnamen, voor het ophelderen van schaduwpartijen of bij tegen-
licht. De camera stuurt, op basis van de sensormeting in het camerahuis en
de daaropvolgende berekening door de elektronica in de camera, altijd de
juiste hoeveelheid flitslicht voor een uitgebalanceerde belichting. Daarbij
wordt voor het invulflitsen door de camera automatisch een correctie op de
normale flitsbelichting uitgevoerd.
• TTL-flitsbelichtingscorrectie
In bepaalde opnamesituaties ontstaat de mogelijkheid dat de sensormeting
in de camera misleid wordt. Dit komt vooral voor bij zeer donkere onder-
werpen voor een bijzonder lichte achtergrond (onderwerp wordt onderbe-
licht) of bij zeer lichte onderwerpen tegen een donkere achtergrond
(onderwerp wordt overbelicht). Met behulp van de regeling van diafragma
en belichtingstijd, verandering van de filmgevoeligheid of de +/- correctie
op de camera kan een normale belichtingscorrectie worden uitgevoerd.
Daarbij worden echter alle factoren van de opname beïnvloed. Daarom is
bij sommige camera's een speciale flitsbelichtingscorrectie mogelijk. Met
deze correctie blijft de totale belichting behouden en alleen de donkere,
beschaduwde partijen worden door de flitser opgehelderd. Verdere details
30
kunt u vinden in de betreffende gebruiksaanwijzing van de camera en in
die van de adapter.
• A-TTL-flitsregeling
(alleen mogelijk met Canon SCA 3101, 3102-adapters)
Een proefflits levert de camera de benodigde afstandsgegevens en belich-
tingsmeetwaarden. Op basis van deze meetwaarden wordt door de
elektronica in de camera automatisch de gewenste tijd-/ diafragmacombi-
natie ingesteld. Voor deze instelling wordt door de camera de overeen-
komstige lichtafgifte van de flitser geregeld.
• Flits vooraf tegen rode ogen-effect
(alleen mogelijk met Sigma SCA 3601-adapters)
Bij het rode ogen-effect gaat het voornamelijk om een natuurkundig effect.
Dit effect treedt vooral op wanneer de te fotograferen persoon meer of
minder recht in de camera kijkt, het omgevingslicht relatief donker is en de
flitser zich op of vlak naast de camera bevindt. De flitser verlicht dan de
achterkant van de oogbol en het doorbloede netvlies wordt door de pupil
heen zichtbaar en door de camera als rode vlek of punt geregistreerd. De
functie voor het verminderen van het rode ogen-effect brengt hier een dui-
delijke verbetering. Bij het gebruik van deze functie ontsteekt de Mecablitz
voordat de sluiter opengaat en de meetflits voor de Multi-Sensor drie zicht-
baar zwakke flitsen vooraf, die door de hoofdflits worden gevolgd. Deze
flitsen vooraf hebben tot gevolg, dat de pupillen van de personen zich
meer sluiten en daarmee het effect van de rode ogen verminderen. Deze
functie is bij elk belichtingsprogramma ter beschikking (voorzover met de
camera mogelijk). Verdere details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
camera.