00X39Z0LA240.book Page 10 Wednesday, March 4, 2009 8:05 AM
VONKAFLEIDER
De vonkafleider moet elke 100 uur worden onderhouden om deze
naar ontwerp te laten werken.
Indien de motor heeft gedraaid is de geluiddemper heet. Laat deze
afkoelen alvorens de vonkafleider te onderhouden.
Verwijdering
vonkafleider
BESCHERMER
1. Verwijder de drie bouten
GELUIDDEMPER
van 6 mm van de
beschermer van de
geluiddemper en
verwijder de
beschermer van de
geluiddemper.
2. Verwijder de speciale
schroef van de
vonkafleider en
verwijder de
vonkafleider van de
geluiddemper.
Vonkafleider reiniging & inspectie
1. Gebruik een borstel om koolstofneerslag van het
scherm van de vonkafleider te verwijderen. Wees
voorzichtig en beschadig het scherm niet. Vervang
de vonkafleider als deze breuken of gaten heeft.
2. Installeer de vonkafleider in omgekeerde volgorde
als de verwijdering.
UW MOTOR OPSLAAN
Juiste opslag is essentieel om uw motor probleemvrij te houden en
hem er goed uit te laten zien. De volgende stappen helpen om te
voorkomen dat roest en aantasting uw motorfuncties en aanzien
schaden en dragen ertoe bij dat de motor gemakkelijker start wanneer
u hem weer gebruikt.
Reiniging
Indien de motor heeft gedraaid, laat hem dan vóór het reinigen
tenminste een half uur afkoelen. Reinig alle externe oppervlakken,
retouche beschadigde verf en bedek andere plaatsen die kunnen
roesten met een dunne laag olie.
MEDEDELING
Het gebruik van een tuinslang of onder druk werkende
reinigingsapparatuur kan water in de opening van het luchtfilter of de
geluiddemper forceren. Water in de luchtreiniger doordrenkt het
luchtfilter en water dat door het luchtfilter of de geluiddemper gaat kan
de cilinder binnendringen en schade veroorzaken.
Brandstof
MEDEDELING
Afhankelijk van de streek waar u uw apparaat gebruikt, kan de
kwaliteit van de brandstofsamenstelling slechter zijn en kan deze
sneller oxideren. Een kwaliteitsafname en oxidatie van de brandstof
kan al na 30 dagen voorkomen, en kan schade toebrengen aan de
carburator en /of het brandstofsysteem. Gelieve uw
onderhoudsdealer te raadplegen voor lokale aanbevelingen in
verband met de bewaring.
Benzine oxideert en verslechtert tijdens opslag. Verslechterde
benzine start moeilijk en het laat gomneerslag achter die het
brandstofsysteem kan verstoppen. Indien de benzine in uw motor
tijdens opslag verslechtert kan het nodig zijn om de carburateur en
andere componenten van het brandstofsysteem te laten onderhouden
of vervangen.
De tijdsduur dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan
worden gelaten zonder functionele problemen te veroorzaken varieert
10
VONKAFLEIDER
SPECIALE
SCHROEF
GELUIDDEMPER
BOUT van 6 mm (3)
NEDERLANDS
met zulke factoren als het benzinemengsel, uw opslagtemperaturen
en of de brandstoftank gedeeltelijk of geheel is gevuld. De lucht in
een gedeeltelijk gevulde brandstoftank bevordert
brandstofverslechtering. Erg warme opslagtemperaturen
bespoedigen brandstofverslechtering. Brandstofproblemen kunnen
zich binnen een paar maanden voordoen en soms sneller als de
benzine niet vers was toen de brandstoftank werd gevuld.
Schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen van de
motor als gevolg van een verwaarloosde opslagvoorbereiding worden
niet gedekt door uw motorgarantie.
Voorkomen van aan brandstof gerelateerde problemen:
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de voorschriften van de
fabrikant.
Vul de tank met verse benzine wanneer een benzinestabilisator
wordt toegevoegd. Lucht in de tank bevordert
brandstofverslechtering tijdens opslag als de tank slechts
gedeeltelijk is gevuld. Indien u een container met benzine voor het
opnieuw voltanken hebt staan, zorg er dan voor dat deze alleen
verse benzine bevat.
2. Laat de motor na het toevoegen van een bezinestabilisator
10 minuten in de openlucht draaien, om er zeker van te zijn dat
behandelde benzine de nie-behandelde benzine in de carburateur
heeft vervangen.
3. Draai de brandstofklep (kraan) in de stand OFF (UIT) (zie
pagina 3).
4. Laat de motor draaien totdat deze stopt door gebrek aan brandstof
in het brandstofreservoir van de carburateur. Laat de motor minder
dan 3 minuten draaien.
Motorolie
1. Verwissel de motorolie (zie
pagina 8).
2. Verwijder de bougie (zie
pagina 9).
3. Giet 5 – 10 cc schone motorolie
in de cilinder.
4. Trek verscheiden keren aan de
terugloopstarter om de olie te
distribueren.
5. Installeer de bougie opnieuw.
Opslag voorzorgsmaatregelen
Indien uw motor met benzine in de brandstoftank en in de carburateur
wordt opgeslagen, dan is het belangrijk om het gevaar voor de
ontbranding van benzinedamp te verminderen. Selecteer een goed
geventileerd opslaggebied, weg van alle apparatuur die met een vlam
werkt, zoals een oven, boiler of droogtrommel voor kleding. Vermijd
eveneens elk gebied met een vonk producerende elektrische motor of
waar elektrisch gereedschap wordt bediend.
Waar mogelijk, vermijd opslaggebieden met hoge vochtigheid omdat
dit roesten en aantasten bevordert.
Indien er benzine in de brandstoftank zit, laat dan de brandstofklep
(kraan) in de OFF (UIT) stand staan (zie pagina 3).
Houd de motor tijdens opslag horizontaal. Kantelen kan het lekken
van brandstof of olie veroorzaken.
Bedek de motor voor het tegengaan van stof, nadat de motor en de
uitlaat zijn afgekoeld. Een hete motor of uitlaatsysteem kan sommige
materialen ontbranden of smelten. Gebruik geen dun plastic als een
stofhoes. Een bedekking die niet poreus is sluit vocht rond de motor
op waardoor roest en aantasting wordt bevorderd.