Descargar Imprimir esta página

Festool HKC 55 EB Manual De Instrucciones página 61

Ocultar thumbs Ver también para HKC 55 EB:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 37
het achterste zaagbladgebied zich vasthaken in
het oppervlak van het werkstuk, waardoor het
zaagblad uit de zaagspleet en de zaag in de rich-
ting van de gebruiker terugspringt.
Een terugslag is het gevolg van een onjuist of ver-
keerd gebruik van de zaag. Dit kan worden voorko-
men door de juiste voorzorgsmaatregelen te ne-
men, zoals hierna beschreven.
a. Houd de zaag met beide handen vast en breng
uw armen in zo'n positie dat u de terugslag-
krachten kunt opvangen. Blijf altijd aan de zij-
kant van het zaagblad en breng het zaagblad
nooit in één lijn met uw lichaam. Bij een terug-
slag kan de cirkelzaag naar achteren springen,
maar wanneer de juiste maatregelen zijn getrof-
fen kan de gebruiker de terugslagkrachten be-
heersen.
b. Indien het zaagblad klem komt te zitten of u het
werk onderbreekt, laat dan de in-/uitschake-
laar los en houd de zaag in het materiaal rustig
tot het zaagblad geheel tot stilstand is geko-
men. Probeer zolang het zaagblad zich beweegt
nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of
naar achteren te trekken, anders kan er een te-
rugslag plaatsvinden. Bepaal de oorzaak voor
het afklemmen van het zaagblad en los deze op.
c. Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt
weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de
zaagspleet en controleert u of de zaagtanden
niet in het werkstuk zijn blijven haken. Is het
zaagblad beklemd geraakt, dan kan het zich bij
het opnieuw starten van de zaag uit het werkstuk
bewegen of een terugslag veroorzaken.
d. U dient grote platen te stutten om het risico van
een terugslag als gevolg van een beklemd zaag-
blad te verkleinen. Grote platen kunnen door-
buigen onder hun eigen gewicht. Platen dienen
aan beide kanten, zowel bij de zaagspleet als bij
de rand, te worden gestut.
e. Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbla-
den. Zaagbladen met stompe of verkeerd uitge-
richte tanden leiden door de te nauwe zaagspleet
tot een grotere wrijving, beklemming van het
zaagblad en terugslag.
f. Draai voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast. Wanneer de instellingen
tijdens het zagen gewijzigd worden, kan het
zaagblad beklemd raken en een terugslag optre-
den.
g. U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij „inval-
zaagsneden" in bestaande wanden of andere
plaatsen waar geen waarneming mogelijk is.
Het invallende zaagblad kan bij het zagen in ver-
borgen objecten geblokkeerd raken en een te-
rugslag veroorzaken.
Functie van de onderste beschermkap
a. Controleer voor gebruik altijd of de onderste
beschermkap goed sluit. Gebruik de zaag niet
wanneer de onderste beschermkap niet vrij be-
wogen kan worden en niet direct sluit. Klem of
bind de onderste beschermkap nooit vast in een
geopende positie.Mocht de zaag per ongeluk op
de grond vallen, dan kan de onderste bescherm-
kap worden verbogen. Open de beschermkap
met de terugtrekhendel en zorg ervoor dat hij vrij
beweegt en bij alle zaaghoeken en -dieptes noch
het zaagblad noch andere delen raakt.
b. Controleer de werking van de veer van de on-
derste beschermkap. Wanneer de onderste be-
schermkap en de veer niet foutloos werken,
dient onderhoud te worden gepleegd aan de
zaag alvorens hem te gebruiken. Beschadigde
delen, plakkerige afzettingen of ophopingen van
spaanders leiden tot een vertraagde werking van
de onderste beschermkap.
c. Open de onderste beschermkap alleen hand-
matig bij bijzondere zaagsnedes, zoals „inval–
en hoekzaagsnedes". Open de onderste be-
schermkap met de terugtrekhendel en laat
deze los zodra het zaagblad in het werkstuk
valt. Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet
de onderste beschermkap automatisch werken.
d. Leg de zaag niet op de werkbank of op de grond
zonder dat de onderste beschermkap het zaag-
blad bedekt.Een onbeschermd, nalopend zaag-
blad beweegt de zaag tegen de zaagrichting in en
zaagt wat het op zijn weg tegenkomt. Houd hier-
bij rekening met de nalooptijd van de zaag.
Werking van de geleidenok [1-5]
a. Gebruik indien mogelijk het voor de geleidenok
passende zaagblad. Bij gebruik van zaagbladen
met een dikker zaagblad is de werking van de
geleidenok beperkter. Om ervoor te zorgen dat
de geleidenok werkt, moet het stamblad van het
zaagblad dunner zijn dan de geleidenok en de
tandbreedte dikker zijn dan de geleidenok. Houd
bij gebruik van een dikker zaagblad rekening met
een groter terugslaggevaar.
b. Gebruik de zaag niet met een verbogen gelei-
denok. Door een kleine storing kan vertraging
optreden bij het sluiten van de beschermkap.
Bijkomende veiligheidsvoorschriften
– Dit elektrisch gereedschap mag niet worden in-
gebouwd in een werktafel. Door inbouw in een
zelfgemaakte of door een andere fabrikant aan-
geboden werktafel kan het elektrisch gereed-
HKC 55 EB
NL
61

Publicidad

loading