Pos: 10. 2 /In nent eil/M ähb etrie b/1 MÄHBETRIEB @ 0\ mod _11 153 580 111 09_ 2671 .doc @ 2 921
12 HET MAAIEN
Po s: 10. 3 /In nent eil/Siche rheits hinweis e/Siche rheits hinweis: Les en, Mess er, Stei n, Str om, Absta nd, Ka bel, Mot orSto p @ 0 \mo d_1 125 9018 495 72_ 267 1.do c @ 2 683
Pos: 10. 4 /In nent eil/M ähb etrie b/1. 1 M ähen an H angl age n @ 0 \mo d_1 115 358 4224 53_ 267 1.do c @ 2 923
Maaien op hellingen
Pos: 10. 5 /In nent eil/M ähb etrie b/M ähe n an H angl age n Siche
rheits hinweis Ele ktro @ 0\ mo d_11 256 621 588 52_ 267 1.doc @ 2 930
LET OP
De maaier kan op taluds of hellingen met een hellingspercentage van maximaal 30° worden gebruikt.
Om veiligheidsredenen bevelen wij echter dringend aan, dit theoretisch vermogenspotentieel niet volledig te
gebruiken. Principieel mogen handmatig bestuurde grasmaaiers bij hellingen van meer dan 15° niet worden
gebruikt.
Pos: 10. 6 /In nent eil/M ähb etrie b/1. 1 Han dha bun g des Kabels bei m Mä hen @ 0\ mo d_1 1256 459 046 19_ 267 1.doc @ 2 922
Voeren van de kabel bij het maaien
Pos: 10. 7 /In nent eil/M ähb etrie b/Han dha bun g de s Kabels bei m M ähen T ext @ 0\m od_ 1125 662 619 894 _26 71.d oc @ 292 8
Kabel zodanig klaar leggen, dat de machine deze geleidelijk losjes over het bewerkte gras kan meetrekken. Bij het draaien
legt de trekontlasting de kabel automatisch naar de andere kant.
Pas op, dat de kabel niet in de buurt van het snijdgereedschap komt en geen lussen vormt.
Regelmatig controleren of de kabel beschadigd is. Gebruik de kabel alleen in onberispelijke toestand.
Pos: 10. 8 /In nent eil/M ähb etrie b/1. 1 Prüf ung de r Betri ebssich erh eit @ 0\m od_ 1115 358 766 390 _26 71.d oc @ 292 5
Controle van de bedrijfsveiligheid
Pos: 10. 9 /In nent eil/M ähb etrie b/Prüf ung de r Betri ebssich erh eit Text Elekt ro @ 0\ mod _11 256 6237 515 5_2 671. doc @ 29 34
Voor ieder maaien, er op letten, dat de veiligheidsschakelbeugel vlekkeloos functioneert. Wanneer de schakelbeugel wordt
losgelaten, moeten motor en messenbalk binnen drie seconden blijven staan.
Na de eerste bedrijfsuren en later regelmatig alle bouten en moeren vastdraaien. Om gevaar te voorkomen ook elke keer
voor het maaien de staat van de messen controleren en kijken of de messen goed vastzitten. (zie hiervoor hoofdstuk
„Onderhoud van de messenbalk"). De bevestigingsschroef voor de messen steeds door een vakwerkplaats laten aanhalen,
omdat na reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv. messenschroef) overeenkomstig de bestaande
norm DIN EN 60335 een controle van de isolatiebeveiliging dient te worden uitgevoerd.
Bij blokkeren van het maaiwerk, b. v. door vastrijden op een hindernis moet door een geautoriseerde vakwerkplaats worden
gecontroleerd of onderdelen van de maaier beschadigd of gedeformeerd zijn. Ook een eventueel noodzakelijk wordende
reparatie mag alleen door een geautoriseerde vakwerkplaats worden uitgevoerd.
Pos: 10. 10 /I nne nteil/ Mäh betri eb/1 .1 Zeitlich e Einsch ränk ung en @ 0\m od_ 111 535 891 0000 _26 71. doc @ 292 7
Tijdelijke beperkingen
NL
Pos: 10. 11 /I nne nteil/ Mäh betri eb/ Zeitlich e Einsch ränk ung en Text @ 0\ mod _11 153 589 4250 0_2 671 .doc @ 29 36
Er bestaan plaatselijke voorschriften met betrekking tot de tijden, waarop maaiers mogen worden gebruikt. Informeert u zich
a.u.b.voor het gebruik van de maaier bij de desbetreffende instantie.
Pos: 10. 12 /I nne nteil/ Mäh betri eb/1 .1 Tipps z ur R asen pfleg e (Ab bildun g M ) @ 0\ mod _11 1535 928 234 3_2 671. doc @ 29 26
Tips voor de verzorging van het gazon (Afbeelding M )
Pos: 10. 13 /I nne nteil/ Mäh betri eb/ Tipps zur R asen pfleg e M ähe n mit VARIO, oh ne Ant rieb Te xt @ 0\mo d_1 115 359 314 906 _26 71.d oc @ 2935
10 à 14 dagen na het maaien begint elk gazon te verwilderen. U zult constateren, dat hoe vaker het gras gemaaid wordt, hoe
beter en gelijkmatiger het eruit ziet; want bij regelmatig maaien gaat de groei in de halm en maakt hem sterker.
Voor het maaien moeten alle vreemde voorwerpen (stenen, hout, akken e.d.) worden verwijderd. Let ook tijdens het maaien
op rondslingerende voorwerpen.
Indien mogelijk het grasperk alleen in droge toestand maaien, anders wordt de grasnerf gauw beschadigd; de wielen laten
sporen achter.
Mocht het gras te lang zijn geworden, dan maait u eerst met een grote maaihoogte in één richting en dwars tegen deze
richting in met een korte maaihoogte. Maai steeds met scherpe intacte messen zodat de grashalmen niet uitrafelen. U
verkrijgt een goed patroon indien u de maaier stapvoets zo recht mogelijk in banen voert. Deze banen moeten elkaar met
enkele centimeters overlappen zodat er geen stroken blijven staan.
Ook de rijsnelheid beïnvloedt het maaibeeld en bovendien het opvanggedrag. De rijsnelheid aan persoon en terrein
aanpassen.
Pos: 11. 1 /- --- -- --- - 1 Lee rzeile -- --- -- --- @ 0\ mod _11 146 117 871 40_2 671 .doc @ 32 21
Pos: 11. 2 /In nent eil/Gr asfa ngei nricht ung/ 1 GRASFANGEINRICH TUNG @ 0\ mod _11 153 600 8637 5_2 671 .doc @ 29 41
13 GRASOPVANGINRICHTING
Po s: 11. 3 /In nent eil/Siche rheits hinweis e/Siche rheits hinweis: Mes ser, Stein, Mot orSto p @ 0 \mo d_1 115 360 2415 46_ 267 1.do c @ 2 686
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
10
Veiligheidsinstructie!
Veiligheidsinstructie!