Gebruik in orde
Voorzichtig bij het gebruik
Levensgevaar
Extra valbeveiliging vereist
Algemeen
Het voorliggende product (1.1 - 1.5) kan afhankelijk van lengte en
markering als „meelopend opvangapparaat" en/ of als „verankerings-
en veiligheidskabel" worden gebruikt. Hierbij moet de markering op de
kabel worden gecontroleerd en de bijbehorende segmenten in deze
handleiding in acht worden genomen. De systemen mogen alleen door
geïnstrueerde en in de toepassing geschoolde personen worden
gebruikt, die daartoe ook lichamelijk in staat zijn.
Er moet altijd een effectief reddingsplan aanwezig zijn.
Onderdelen van een volledig systeem mogen niet afzonderlijk gebruikt
of door andere eventueel niet gecertificeerde producten vervangen
worden. Het opvangapparaat mag altijd alleen met de meegeleverde
kabel worden gebruikt.
Het systeem moet altijd worden gebruikt zoals beoogd.
Het meelopend opvangapparaat moet altijd aan een met „A"
gemarkeerd opvangoog van een opvanggordel (bijv. EN 361) worden
aangeslagen. (2.1–2.3). Klimkabels kunnen worden gebruikt voor het
tegenhouden of vasthouden (positioneren).
Bij het gebruik moet met name worden gelet op scherpe randen, de
kabelgeleiding en andere dingen, die de kabel of het opvangapparaat
kunnen beschadigen (2.6 + 2.7).
Op de veilige vergrendeling van alle karabijnhaken letten (3.4 + 3.5).
Alle handleidingen, die bij het product worden geleverd, moeten voor
het gebruik worden gelezen en begrepen.
De levensduur is afhankelijk van de gebruiksfrequentie en de
omgevingscondities.
1.) Definitie
1.) Bewegend draagmiddel Ø 12mm
2.) Kabelinkorter/meelopend opvangapparaat
3. + 4.) Verbindingselement
5.) Eindhechting/eindknoop
36
Gebruiksaanwijzing