geduwd. Schulp geen werkstuk dat verbogen of
kromgetrokken is of geen rechte rand heeft die
langs de geleider kan worden geplaatst.
27. Zaag nooit uit de vrije hand. "Uit de vrije hand"
betekent dat in plaats van de verstekgeleider of de
breedtegeleider u uw handen gebruikt om het
werkstuk te ondersteunen of te geleiden.
28. Reik NOOIT rond of over het zaagblad. Reik NOOIT
naar een werkstuk voordat het zaagblad volledig
tot stilstand is gekomen.
29. Vermijd bruusk en snel aanvoeren van het
werkstuk. Voer harde werkstukken zo langzaam
mogelijk aan. Buig of verdraai het werkstuk niet
tijdens het aanvoeren. Als het zaagblad in het
werkstuk vast blijft zitten of blokkeert, moet u het
gereedschap onmiddellijk uitschakelen. Haal de
stekker uit het stopcontact. Maak het werkstuk
vrij.
30. Verwijder NOOIT zaagafval dicht bij het zaagblad
en raak de beschermkap nooit aan terwijl het
zaagblad draait.
31. Verwijder elk loszittende houtknoest uit het
werkstuk voordat u het begint te zagen.
32. Behandel het netsnoer voorzichtig. Ruk niet aan
het snoer om zo de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het netsnoer uit de buurt van hitte,
olie, water en scherpe randen.
33. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische bestanddelen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere voortplantingsschade
kan (kunnen) verwekken. Enkele voorbeelden van
deze chemische stoffen zijn:
- lood van loodhoudende verfstoffen en
- arsenicum en chroom van chemisch behandeld
hout.
- Het risico van deze blootstellingen varieert en
hangt af van het feit hoe vaak u dit soort
werkzaamheden uitvoert. Om blootstelling aan
deze chemische bestanddelen te verminderen:
moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden
in een goed geventileerde werkomgeving en
gebruikmakend van goedgekeurd
beschermende hulpmiddelen, zoals stofmaskers
die ontworpen zijn om microscopisch kleine
deeltjes te kunnen filteren.
34. Sluit het gereedschap aan op een stofafzuig- en
stofopvanginrichting tijdens het zagen.
35. De beschermkap kan omhoog gezet worden om
het werkstuk in positie te brengen en om het
schoonmaken te vereenvoudigen. Zorg er altijd
voor dat de beschermkap zich in de onderste
stand vlak op de tafelcirkelzaag bevindt, voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
HET JUISTE GEREEDSCHAP
KIEZEN
De tafelcirkelzaag opstellen (zie afb. 1 t/m
3)
Stel de tafelcirkelzaag op een goed verlichte en
horizontale plaats op waar u goede steun voor de voeten
hebt en uw evenwicht niet kunt verliezen. Zorg ervoor dat
er rond de tafelcirkelzaag voldoende ruimte is om uw
werkstukken gemakkelijk te kunnen hanteren. De
tafelcirkelzaag moet op een werkbank of speciale
standaard worden vastgezet door middel van vier
schroeven of bouten die u door de gaten in het voetstuk
van de tafelcirkelzaag steekt. Wanneer u de
tafelcirkelzaag op een werkbank vastzet, moet het
bovenblad van de werkbank voorzien zijn van een
opening die even groot is als de opening in het voetstuk
van de tafelcirkelzaag, zodat het zaagsel erdoor kan
vallen.
Als de tafelcirkelzaag tijdens het gebruik neigt om te
kantelen of gauw verschuift of beweegt, moet een
werkbank of een speciale standaard voor de
tafelcirkelzaag op de vloer worden bevestigd.
Bergruimte voor accessoires (zie afb. 4
en 5)
De duwstok, de driehoekige liniaal, het zaagblad en de
steeksleutels kunnen worden opgeborgen aan de
linkerkant van het onderstel, en de breedtegeleider en
verstekgeleider kunnen worden opgeborgen aan de
rechterkant van het onderstel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Instellen van de zaagdiepte (zie afb. 6)
De zaagdiepte kan worden ingesteld door de draaihendel
linksom of rechtsom te draaien. Draai de draaihendel
rechtsom om het zaagblad hoger te zetten, of linksom om
het zaagblad lager te zetten.
OPMERKING:
• Om bij het zagen van dun materiaal een schonere
zaagsnede te verkrijgen moet u een geringe
zaagdiepte gebruiken.
Instellen van de verstekhoek (zie afb. 7)
Draai de vastzethendel los en draai het handwiel om de
gewenste hoek (0° - 45°) te krijgen.
De verstekhoek wordt door het pijltje aangegeven.
Nadat de gewenste hoek is ingesteld, draait u de
vastzethendel weer vast om de instelling te vergrendelen.
LET OP:
• Zorg dat de vastzethendel, na instelling van de
verticale verstekhoek, stevig vastgezet is.
De hoekaanslagen bijstellen (zie afb. 8 en
9)
Het gereedschap is voorzien van hoekaanslagen op 90°
en 45° ten opzichte van het tafelblad. Ga als volgt te werk
om de hoekaanslagen te controleren en zo nodig af te
stellen:
Verplaats het handwiel zo ver mogelijk door eraan te
draaien. Plaats de driehoekige liniaal op de tafel en
controleer of het zaagblad onder een hoek van 90° of 45°
staat ten opzichte van het tafelblad. Als de hoek van het
37