7. Werkzaamheden vóór de
eerste ingebruikname
Waarschuwing!
Lees voorafgaand aan alle werken
aan de zitmaaier het hoofdstuk
"Voor uw veiligheid" zorgvuldig
door en volg de instructies op!
(
4.)
● Inhoud van de motorolie controleren.
(
14.13)
● Brandstof bijtanken. (
12.1)
● Brandstofkraan openen. (
● Bandenspanning optimaliseren.
(
14.9)
8. Bedieningselementen
8.1 Contactslot
Aanwijzing
De contactsleutel kan alleen
worden ingestoken en uitgetrokken
in de stand verbrandingsmotor uit
(STOP).
Het contactslot mag alleen met de
passende contactsleutel worden
bediend.
Gebruik nooit een
schroevendraaier of een soortgelijk
voorwerp.
0478 193 9904 A - NL
14.15)
Contactsleutel (1) in het contactslot (2)
steken.
Door te draaien aan de contactsleutel
kunnen de volgende drie posities worden
gekozen:
Verbrandingsmotor uit:
De verbrandingsmotor is
uitgeschakeld of wordt stilgelegd.
Ontsteking aan en
verbrandingsmotor loopt:
De ontsteking wordt
ingeschakeld.
Na het starten springt de contactsleutel
automatisch terug in deze positie en draait
de verbrandingsmotor.
Verbrandingsmotor starten:
Wanneer aan alle
veiligheidstechnische aspecten
voor het starten is voldaan en de
contactsleutel in deze positie wordt
gedraaid, start de verbrandingsmotor.
Bij het loslaten van de contactsleutel
springt deze weer terug in de positie
"Verbrandingsmotor draait".
Aanwijzing
Bij uitgeschakelde
verbrandingsmotor wordt in positie
"Contact aan" na 20 seconden een
signaaltoon geactiveerd. Het
geluidssignaal geeft aan dat de
accu wordt ontladen. Contactsleutel
voor deactiveren van de
signaaltoon in positie
"Verbrandingsmotor uit" draaien of
verbrandingsmotor starten.
8.2 Gashendel met chokefunctie
Met de gashendel wordt het toerental van
de verbrandingsmotor geregeld.
Gashendel voor het starten van de
verbrandingsmotor in de chokestand
zetten.
Schade aan het apparaat
vermijden!
Zodra de verbrandingsmotor draait,
de choke uitschakelen. Gashendel
bij draaiende verbrandingsmotor
nooit in choke-stand zetten.
Chokestand:
189